VDAB heeft al meer dan 1.200 vacatures verzameld met de vermelding #COVID19. Dat zegt het kabinet van Vlaams minister van Werk Hilde Crevits (CD&V).
Al zowat 4.700 kandidaten hebben hun interesse laten blijken. Vooral de voedings- en landbouwsector zijn op zoek naar extra werkkrachten. In Poelkapelle gaan asielzoekers van het opvangcentrum ondertussen aan de slag op de Vlaamse velden.
#COVID19
De coronacrisis maakt heel wat Vlamingen technisch werkloos, maar tegelijkertijd zijn veel werkgevers op zoek naar extra werkkrachten. Dat is vooral in de landbouw-, tuinbouw- en voedingssector het geval. In de landbouw staan ze bijvoorbeeld voor het oogstseizoen, maar seizoensarbeiders kunnen niet naar België afreizen en andere werkkrachten vallen vaak uit door ziekte.
Oproep naar werkgevers
De VDAB lanceerde daarom op vraag van Vlaams minister van Werk Hilde Crevits een oproep naar werkgevers in essentiële sectoren die op zoek zijn naar extra handen om hun vacatures bij de Vlaamse arbeidsbemiddelingsdienst te melden met de code #COVID19. En die oproep blijkt succesvol: op 22 maart, drie dagen na de oproep, waren er zo’n 25 vacatures, nu zijn het er al meer dan 1.200. Zowat 4.700 werkzoekenden toonde al interesse, meldt het kabinet-Crevits.
Crevits reageert tevreden. “Dit toont aan dat werkgevers inhaken op de oproep en dat er bij de werkzoekenden heel wat wil is om de handen uit de mouwen te steken”, zegt ze. Ook de uitzendsector probeert trouwens om het personeelstekort in de kritische sectoren op te lossen. “Het is goed dat de VDAB en de uitzendsector samenwerken om die dringende vacatures bekend te maken”, vindt Crevits. “Zo worden alle krachten ingezet om de vacatures snel in te kunnen vullen.”
Opvangcentrum Poelkapelle
Ook het opvangcentrum in Poelkapelle, in West-Vlaanderen, doet een duit in het zakje. Het centrum stelt al sinds een aantal jaar zijn bewoners tewerk in de seizoensarbeid bij landbouwers uit de regio. “Veel landbouwers vragen de hulp van onze bewoners nu wel een pak vroeger dan normaal”, vertelt sociaal assistente Vanessa Vanthourenhout aan Het Nieuwsblad. “Nu al werken zo’n 25 van de ongeveer 270 bewoners van ons opvangcentrum in de landbouw. In piekperiodes kan dat aantal nog een stuk oplopen. De meeste werken met een plukkaart en worden dus betaald als seizoensarbeider.”
En die zien de landbouwers uit de buurt graag komen, want alle hulp is dezer dagen erg welkom. Al blijft de veiligheid voorop staan. Zo komen de landbouwers hen niet meer ophalen, maar gaan de bewoners zelf met de fiets naar het landbouwbedrijf.
Meehelpen op akkerbouwbedrijf
Ihab Kaware doet er met de fiets een half uur over. De 19-jarige Palestijn helpt mee op een akkerbouwbedrijf waar hij prei snijdt en wast. “Ik begin om 8 uur en stop om 19 uur. Lange dagen? Geen probleem hoor, ik wil werken. Als niemand meehelpt, is er straks geen eten meer. Ik ben niet bang om te gaan werken, want we houden voldoende afstand.”
Volgens Vanthourenhout is werk een grote motivatiebron voor de bewoners. “Ze verdienen geld, waarmee ook hun familie geholpen wordt. Het is een zinvolle dagbesteding voor zij die nu niet naar school kunnen. Daarnaast willen de vluchtelingen op die manier iets terugdoen voor hun gastland en hun dankbaarheid tonen aan onze samenleving die hen opvangt.”
Bron: VILT