Dat de impact van de coronapandemie niet voor elke landbouwsector even groot is, blijkt nu ook uit de landbouweconomische rekeningen van Statbel. Globaal genomen hebben de Belgische landbouwers 12,3 procent minder winst gehaald uit hun productie dan in 2019. De grootste klappen waren er voor de aardappelsector (-20,7%) en de varkenssector (-7,8%), terwijl de fruitsector (+18%) en de graansector (+11,2%) het opvallend beter deden dan een jaar voordien.
Hoewel de landbouwsector snel als essentiële activiteit werd erkend door de overheid, werd hij toch zwaar getroffen door het coronavirus. “Langs de vraagzijde was er het veranderende consumptiegedrag bij de burgers, terwijl het aanbod van seizoenarbeiders schaarser werd als gevolg van de sluiting van de grenzen. Daarbovenop kwam de uitzonderlijke droogte in de lente, gevolgd door een droge zomer. De gevolgen waren zowel merkbaar bij het zaaien als bij het oogsten, terwijl de nood aan voeder voor veehouders sterk is toegenomen”, schetst Statbel, de Belgische dienst voor statistiek.
Rentabiliteit verslechtert
De waarde van de hele landbouwproductie in België bleef relatief stabiel: een lichte daling van -0,6 procent in vergelijking met 2019. Op vlak van rentabiliteit verslechtert de situatie evenwel, want de kosten (intermediair verbruik) stegen met 2,4 procent. Zo steeg de voederkost, daalden de energieprijzen en bleven de uitgaven voor fytosanitaire producten min of meer gelijk. De winst (netto toegevoegde waarde) van de Belgische landbouwers zakte met 12,3 procent tegenover 2019.
Plantaardige sector
De globale cijfers verhullen grote verschillen tussen de sectoren. Zo steeg de productiewaarde in de plantaardige sector afgelopen jaar met 4,2 procent. Dat is onder meer een gevolg van de stijgende graanprijzen in Europa (+19,8%). Ook de fruitsector deed het goed. De vraag naar aardbeien was groot in de eerste lockdown en de prijzen stegen met ruim 30 procent. Bij het hardfruit deden vooral de peren het goed, terwijl de vruchtvorming bij de appelen een stuk minder was door de extreme warmte in de zomer en de laattijdige vorst in het voorjaar. Daardoor lag de productie een derde lager dan in 2019.
Siertelers werden wel zwaar gefnuikt tijdens de pandemie, vooral door de eerste lockdown. De verkoop in gespecialiseerde winkels werd aanvankelijk erkend als niet-essentieel. De productiedaling van planten en bloemen in 2020 werd op -8,2 procent geraamd. Dankzij prijsstijgingen en uitzonderlijke subsidies zou de daling van de productiewaarde van de sierteelt uiteindelijk beperkt blijven tot -2,9 procent.
De zwaarst getroffen sector is de aardappelsector. De sluiting van de horeca en de exportproblemen waren nefast voor de vrije markt in bewaaraardappelen. Tussen midden maart en eind mei was er op die markt geen enkele activiteit. De voorraden zijn groot en beïnvloeden ook de vrije verkoop van deze oogst. De daling van de globale prijzen zal ongeveer -19,7 procent zijn. Door de uitzonderlijke klimatologische omstandigheden daalde ook de opbrengst, al was het lichtjes (-1,2%).
Bron: VILT