De stijgende vraag naar vlees- en zuivelvervangers vertaalt zich in een groeiende markt voor eiwithoudende alternatieven zoals soja, erwten, linzen en andere peulvruchten. De afhankelijkheid van import noopt Europese bedrijven om het dichterbij huis te zoeken. Bedrijven starten productie in Vlaanderen.
Naar aanleiding van een aantal gesprekken met experts in de eiwitsector, constateert Food en Agribusiness dat de West-Europese productiecapaciteit de explosieve stijging in de vraag naar vlees- en zuivelvervangers niet kan bijbenen. Zo blijft onder andere de capaciteit om poeders uit ruwe grondstoffen om te zetten tot een getextureerd product achter bij de groei aan de consumentenkant.
Het gaat echter niet alleen om een te kleine capaciteit bij de bedrijven die het eiwitrijke meel verwerken. Ook bedrijven die uit de ruwe grondstof, zoals de sojaboon of erwten, de eiwitten extraheren, lopen tegen grenzen aan. Grote bedrijven investeren daarom fors in technologie om deze ingrediënten te kunnen produceren, maar het duurt echter wel enige tijd voor een dergelijke machine gebouwd is en de investeringen liggen erg hoog.
Steeds meer kikkererwten voor veggieburgers
Ook het Vlaamse Casibeans uit Melsele dat gespecialiseerd is in de import en doorverkoop van allerhande peulvruchten, ervaart een sterk toegenomen vraag. “Er komt steeds meer vraag naar onze peulvruchten van klanten die vleesvervangers produceren”, vertelt directeur Caroline Suy.
Gingen de bonen, erwten en linzen van Casibeans voordien vooral naar de industrie voor de verwerking in soepen en conversen, tegenwoordig zijn de eiwitrijke peulvruchten ook steeds meer terug te vinden in vleesvervangers, zoals falafel, veggieburgers, hummus en linzenpasta. “Er komen enorm veel nieuwe vleesvervangers op de markt. Wij krijgen vaak verzoeken van nieuwe klanten die een nieuwe productie op poten zetten.”
Casibeans importeert op jaarbasis zo’n 40.000 ton peulvruchten die uit alle hoeken van de wereld aangevoerd zijn. Suy verwacht een moeilijke markt het komende jaar. Terwijl de vraag naar peulvruchten in de lift zit, staat de productie mogelijk onder druk. “Soja en maïs kennen dit jaar recordprijzen. De kans is groot dat landbouwers de teelt van peulvruchten inruilen voor die van soja of maïs.”
Afhankelijkheid van import
De onderneemster ondervindt al langer hinder van de afhankelijkheid van import en op het moment zijn ook de hoge transportkosten gevoeld. Nadat Amerika en Europa onder de legislatuur van Trump in een handelsoorlog verwikkeld waren, werden er plotseling invoertarieven van 25 procent op rode bonen ingevoerd. Het was voor Casibeans één van de redenen om zich op de productie ervan te storten.
“We zijn in 2019 gestart met een project om in Oost-Vlaanderen en in het Nederlandse Zeeuws-Vlaanderen zelf rode bonen te telen. Onze boeren hebben al ervaring met het telen van bruine bonen en rode kidneybonen zijn hier sterk verwant aan”, vertelt ze. Er is een samenwerking aangegaan met Vlaamse en Nederlandse boeren die op totaal 100 hectare rode bonen telen.
Drie jaar later brengt het project niet helemaal op wat ervan verwacht werd. “De opbrengsten liggen nog op een danig niveau dat we niet competitief zijn met importbonen”, vertelt Guy die dit onder andere wijt aan de hoge grondprijs in Vlaanderen in vergelijking met Noord-Amerika, waar veel peulvruchten vandaan komen.
Bovendien is de teelt relatief nieuw. Mogelijk kan ook de Universiteit Gent, die bij het project betrokken is, een duit in het zakje doen. “Zij doen onderzoek naar het zaadgoed waarbij we mikken op soorten die mogelijk meer op brengen in ons klimaat”, vertelt Guy die vastberaden is het project na de geplande drie jaar te verlengen. Niet alleen kan zo de afhankelijkheid van import teruggeschroefd worden, tevens kan tegemoet gekomen worden aan de vraag van de Europese Unie. De EU zou volgens Casibeans steeds hogere eisen stellen op het gebied van bestrijdingsmiddelen waardoor een stap naar lokale productie opportuun kan worden.
Teeltproeven met verschillende rassen
Een andere Vlaamse importeur van peulvruchten, de firma Braet-De Vos uit Sint-Laureins, start dit jaar met uitgebreide proeven met de teelt van rode bonen en kikkererwten. “Wij gaan hier in de buurt op verschillende stukken grond verschillende rassen uitzaaien om zo te zien welke rassen het beste geschikt zijn voor de teelt in Vlaanderen”, vertelt zaakvoerder Wouter Braet.
Ook Braet-De Vos ziet een grote groei in de vraag naar peulvruchten. “Ten dele is dat te verklaren door de groeimarkt van vleesvervangers, maar ook op het gebied van brood- op pastaverbeteraars is er vraag naar meel uit kikkererwten of linzen”, aldus Braet. Het teeltpotentieel in Vlaanderen zal volgens hem sterk samenhangen met de vraag of consumenten bereid zijn er meer voor te betalen. Behalve de import van peulvruchten draagt zijn bedrijf ook zorg voor het filteren en de schoonmaak van de peulvruchten.
Bron: VILT