De bodem is voor akkerbouw- en loonbedrijf Van der Woerd uit Zoelen een continu aandachtspunt. Niet voor niets werkt de onderneming met een bodemadviseur voor de klanten in het agrarisch loonwerk. Een duidelijke meerwaarde omdat het loonbedrijf actief is in het rivierengebied, met grote verschillen in grondslag. In de lage gebieden met zwaardere grond zijn de natte plekken een probleem, terwijl op de hoge plekken juist droge plekken om aandacht vragen. Gijs van der Woerd kijkt ondertussen scherp naar zijn eigen machinepark en het schoeisel. “Wij kiezen duidelijk voor capaciteitsmachines, maar zorgen wel voor de modernste banden en luchtdrukwisselsystemen om met een zo laag mogelijk spanning het land op te gaan.”
“Met de bodem moeten wij en onze klanten uiteindelijk de kost verdienen. Als ik kijk naar het machinepark in de agrarische sector dat is dat in de loop van de jaren flink veranderd. De capaciteit is behoorlijk toegenomen, wat betekent dat de machines zwaarder zijn geworden. We merken nu dat combinatie maakt ook dat Van der Woerd scherper kijkt naar de invloed van de werkzaamheden op de bodem. “We merken dat we tegen de grenzen aanlopen omdat we tijdens de oogst steeds vaker zien dat we de gewassen niet goed van het land krijgen. Of dat het land vervolgens zo verreden wordt dat dit leidt tot we tegen de grenzen aanlopen.
Met bandendruk, keuzes voor andere machines en een andere manier van werken proberen we hier op in te spelen”, schetst Gijs van der Woerd het perspectief van zijn onderneming, dat naast de agrarisch loonwerktak bestaat uit een akkerbouwbedrijf van vierhonderd hectare. Die opbrengstderving in een volgend jaar. Nu je ook steeds minder mag bemesten komt het steeds meer op precisielandbouw aan.”
Het loonbedrijf verricht voor vijftig procent werkzaamheden in de melkveehouderij en vijftig procent in de akkerbouw. “Veel van onze machines staan op een werkbreedte van zes meter en vrijwel alles wordt gps-gestuurd, zodat we voorkomen dat we meermaals door hetzelfde spoor rijden. Je zet bovendien bemesting en gewasbescherming veel effectiever in, voor allen de stukken waar het nodig is. Dit levert niet alleen een besparing op. Door bijvoorbeeld het preciezer bemesten benut je de gebruiksruimte, die steeds kleiner wordt, beter.”
De combinatie met het eigen akkerbouwbedrijf is interessant omdat het bouwplan is afgestemd op de machines, die Van der Woerd beschikbaar heeft voor het loonwerk. Het gaat dan om zaaiuien, snijmais, granen, (voeder)bieten, graszaad en aardappelen in combinatie met collega’s. “Het akkerbouwbedrijf bestaat puur uit land en gebouwen, geen machines en medewerkers. Het loonbedrijf doet alle werkzaamheden. Alles gefactureerd, waardoor we ook inzichtelijk houden wat de daadwerkelijke kosten van een teelt zijn, inclusief de afschrijvingen.”
Bodemadviseur
Het bedrijf maakt regelmatig profielkuilen om probleemplekken op te zoeken. Omdat de verschillen het rivierkleigebied zo groot zijn, heeft het loonbedrijf besloten om voor het teelttechnische deel te werken met een eigen adviseur. “Samen met collega-loonwerker Dekkers uit Maasbommel zijn we gaan kijken hoe we het bodembeheer het beste kunnen aanvliegen. Een onafhankelijk advies zonder dat het gekleurd is of met het doel er iets bij te verkopen. In Nederland waren er al een paar bedrijven, dat op zo’n manier werkt. Wij hebben daar altijd wel met een scheef oog naar gekeken.”
De beide loonwerkers zijn onder de naam BodemPartners de samenwerking aangegaan met Gerard Meuffels van Meuffels Agro, Research & Consultancy. Als onafhankelijk adviseur verzorgt hij bedrijfsbegeleiding bij agrarische bedrijven. “In deze samenwerking willen wij een meerwaarde bieden richting onze klanten door deze teelttechnische ondersteuning te bieden. Wij deden dat al tot op zekere hoogte omdat wij bij verschillende klanten van ploegen tot oogsten en zelf kantklepelen verzorgen. Maar niet alles kun je zien en voorkomen. Daar heb je specialisten voor nodig.
Wij deden dat al tot op zekere hoogte omdat wij bij verschillende klanten van ploegen tot oogsten en zelfs kantklepelen verzorgen. Maar niet alles kun je zien en voorkomen. Daar heb je specialisten voor nodig. Hieruit is ook de overname van een gedeelte van de agrarische werkzaamheden van loonbedrijf Dekkers en loonbedrijf Van der Heijden ontstaan, zij richten zich nu meer op grondverzet en cultuurtechnieken en wij kunnen hierdoor verder specialiseren in de landbouw.”
De samenwerking met Gerard Meuffels bevalt Van der Woerd goed. “Wat levert het op? Een beter advies over bijvoorbeeld de manier van grond bewerken of bijbemesting op een bepaald probleemperceel.” Het advies wordt ondersteund doordat de machines van het loonbedrijf zijn uitgevoerd met opbrengstmeting. Ook wordt er gebruik gemaakt van satellietbeelden en hoogtekaarten. “Bovendien zijn ook onze zeventien werknemers in zekere zin bodemkundigen. Zij komen veel op de percelen en kennen die door en door. Het denken vanuit de bodem is wel een gewenningsproces, maar dat is inmiddels wel gegroeid. Zij zien ook het verschil dat je maakt met goede banden en luchtdrukwisselsystemen en gebruiken dat ook.”
Blik op schoeisel
Binnen het eigen machinepark probeert Van der Woerd op allerlei manieren om een antwoord te hebben op de bodemvraagstukken. “Dat begint voor mij met de banden. Veel machines hebben we uitgevoerd met VF-banden. Daarbij maken we gebruik van de modernste technieken. We kijken per machine welk merk en type banden het beste past. We hebben geen vast merk, maar Vredestein komt daar wel steevast goed uit de bus. Ook qua slijtage. Het grote voordeel is de flexibiliteit, waardoor je het luchtdrukwisselsysteem eenvoudig van hoog in spanning voor op de weg naar zo laag mogelijk in het veld kunt brengen. De combinatie van de machines bepaald wat de minimumspanning is, dus voor het aantal bars is lastig een gemiddelde te geven, maar daarin zoeken we de grens wel op en vaak is dat onder een bar.”
Van der Woerd merkt wel dat het niet per se de grote machines zijn, die de problemen veroorzaken. “Zolang je die maar op goede banden en een luchtdrukwisselsysteem hebt, leveren ze beter werk af als de kleine machines die niet op zulk goed schoeisel staan. Daarmee wordt veel meer kapot gereden. Bovendien moet je ook wel capaciteit hebben als je honderdtwintig ton bieten bruto van een hectare af wilt halen.”
Om structuurbederf te voorkomen, probeert de loonwerker te voorkomen en te adviseren om niet onder bepaalde omstandigheden het land op te gaan. “Als je met banden niet meer het land op kan, moet je je afvragen of dat met rupsen wel kan. Daarom hebben wij ook geen machines op rupsen staan. We proberen te plannen op het weer en de omstandigheden op het land. Deze keuzes zijn bijna net zo belangrijk als een goede band.”
Niet-kerende grondbewerking
Een tweede maatregel waar het loonbedrijf uit Zoelen steeds meer op stuurt is niet-kerende grondbewerking (nkg), eventueel in combinatie met het inzaaien van een groenbemester. “Nkg doen we vrij veel. Dat betekent niet dat we helemaal niet ploegen. Als de bovengrond dusdanig vochtig is, dan is het soms, vaak op kleigrond, verstandiger om verse grond naar boven te halen. Het liefst kiezen we er voor om zo vroeg mogelijk te ploegen. Begin augustus of september en dan een groenbemester te zaaien en die de winter over te laten staan.”
Van der Woerd merkt dat hij de teelt van groenbemesters steeds serieuzer bekijkt. Dat bepaald ook zijn keuzes. Zo zaait hij steeds meer enkelvoudige gewassen, zoals gele mosterd, plus bijmenging voor de vergroening. “Dat bevriest makkelijker en je hebt minder bladmassa het gaat uiteindelijk om de beworteling. Op de zwaardere gronden hebben we overigens wel last van slakken, dus dat is een aandachtspunt.” De groenbemester laat Van der Woerd het liefst staan, zonder een nabewerking als klepelen. “Direct met de zaaisnijschijf er doorheen zaaien.”
Voor de nkg heeft Van der Woerd een stoppelcultivator, een woeler en een rotoreg beschikbaar. “In veel gevallen kan nkg direct na de oogst prima. “Onder goede omstandigheden kun je een goede bewerking uitvoeren zonder structuurschade. Later in de herfst kan het ook goed werken, maar dan worden de keuzes van machines en banden nog belangrijker. Uiteindelijk moet het land net en vlak zijn, maar is dit het geval dat is nkg in mijn ogen net zo’n goede bewerking als ploegen. Voordeel is betere draagkracht. Nadeel is de toename van wortelonkruiden. Dat wordt een steeds groter probleem zowel op de zware als de lichte grond.”
Egaliseren en draineren
Een derde punt waar Van der Woerd meer op inzet is het egaliseren op basis van gps. Voorheen deed hij dit met laser. “Met gps krijg je veel beter inzichtelijk waar de laagtes zitten. Groot voordeel is dat je dan alleen die laagtes opvult, maar de natuurlijke hoogteverschillen behoudt. Je verzet minder kuubs grond en je laat de teeltaarde zoveel mogelijk waar die thuishoort. Egaliseren en draineren zijn belangrijk om opbrengst te houden op de lage en hoge plekken in een perceel.” De combinatie met organische bemesting is voor Van der Woerd van meerwaarde.
Voor de akkerbouwer en loonwerker uit Zoelen is een stip op de horizon om uiteindelijk het hele machinepark op luchtdrukwisselsystemen en VF-banden te zetten. “Maar uiteindelijk moet dit ook worden betaald en de klant moet er ook het voordeel van zien. Dat is een blijvend discussiepunt. Voordeel is dan dat wij op ons eigen akkerbouwbedrijf veel kunnen laten zien. Zo zijn we daar ook met het no-till zaaien in onbewerkte grond begonnen. Klanten zien dat dan in de praktijk en raken enthousiast.”
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Martin de Vries