“Koester graszaadteelt in uw bouwplan”, dat is de boodschap van de Werkgroep Graszaad en Graszoden (WGG). Om de duurzaamheid en weerbaarheid van deze teelt, en daarmee de akkerbouwrotaties in Nederland te vergroten, voeren Delphy, CLM en Proefboerderij Rusthoeve de komende jaren een PPS project uit gericht op verduurzaming van de graszaadteelt.
Er zal zijn gekeken naar vijf aspecten van de teelt, te weten: mechanische onkruidbestrijding, organische bemesting, klimaat, biodiversiteit en rentabiliteit, waarbij het laatstgenoemde aspect dan ook met\ dikgedrukte letters geschreven mag zijn. Naast het feit dat de graszaadmarkt de commerciële waarde van het graszaad tot uiting moet brengen, is de werkgroep er van overtuigd dat andere specifieke kenmerken van de teelt een belangrijke bijdrage leveren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan CO2 vastlegging, beschutting voor flora en fauna en combinaties met akkerranden ter bevordering van de landschappelijke inpassing. Hierbij is naast de ecologische bijdrage bekeken wat hierin de financiële plussen kunnen zijn om ook het commerciële saldo te verbeteren.
Het PPS project is 50/50 gefinancierd door de overheid (TKI gelden) en de Werkgroep Graszaad en Graszoden en gaat deze zomer officieel van start.
Mechanische onkruidbestrijding
In het voorjaar van 2022 is met proeven begonnen op twee percelen Engels raaigras. Op beide percelen was in het najaar al een chemische onkruidbestrijding uitgevoerd. In het voorjaar werden de moderne machines van APV (rolcultuureg) en Carré (Rotanet rolschoffel) vergeleken met een APV wiedeg en met een object chemische onkruidbestrijding. De werking van de machines is te zien op:
De grond was door de vele neerslag dicht geslagen, dus de omstandigheden voor een mechanische onkruidbestrijding waren zwaar. Maar het gewas verdroeg de mechanische behandelingen goed en ten\ opzichte van alleen chemische bestrijding is de stand van het gewas nu mooier. Een aantal onkruiden was echter bij de mechanische behandelingen al te groot om bestreden te worden. In juli is de zaadopbrengst bepaald.
Organische bemesting
Er liggen daarnaast goede mogelijkheden voor het gebruik van drijfmest in de graszaadteelt. Prijstechnisch is het, zeker nu, interessant om de dure kunstmest – gedeeltelijk – te kunnen vervangen. Om schade aan het graszaad door de mestinjecteur te voorkomen kan het nuttig zijn om de rijenafstand aan te passen aan de injectoren. Uit eerder onderzoek is bekend dat graszaad breed gezaaid kan zijn zonder dat dit ten koste gaat van de zaadopbrengst. Proeven omtrent dit thema zullen in september aangelegd zijn en in het voorjaar van 2023 zal de mest vervolgens toegediend zijn.
Algemene duurzaamheidsdoelen
De algehele duurzaamheid van graszaad t.o.v. andere akkerbouwteelten is geanalyseerd. Hierbij is gekeken naar het effect op klimaat (o.a. CO2-uitstoot), natuurlijke hulpbronnen en ook de biodiversiteit. Middels deze analyse wordt in beeld gebracht in welke mate graszaadteelt kan bijdragen aan de verschillende duurzaamheidsdoelen.
Biodiversiteit
Een perceel graszaad kan goed dienen als rustplek en voedselbron voor vogels. Om de aantrekkelijkheid van graszaad te verhogen zijn maatregelen nodig om landen, foerageren, schuilen en broeden te stimuleren. Daarnaast kan ook met de aanleg van bloemstroken een bijdrage geleverd zijn aan de biodiversiteit. In vervolg op een project in Zeeland, zullen dergelijke biodiversiteits-maatregelen worden onderzocht. De teelt wordt hiermee natuur-inclusief. De maatregelen mogen niet leiden tot negatieve effecten, zoals veronkruiding of de aanwezigheid van muizen, emelten, etc. Dergelijke risico’s worden in beeld gebracht.
Rentabiliteit
Uiteindelijk zal een duurzame teelt van graszaad een goed saldo op moeten leveren. Tegen het einde
van het project in 2026 zal het effect van allerlei onderzochte maatregelen op kosten en inkomsten
berekend worden. De verwachting is dan ook dat we tot een rendabele teelt kunnen komen die duurzaam en toekomstbestendig is en past binnen de Green Deal.
Bron: BO Akkerbouw