De voederbiet is een mooie energiebron die goed past in een biologisch melkveerantsoen met (voornamelijk) gras. Voederbieten zijn een zeer smakelijk product en verhogen over het algemeen de voeropname aan het voerhek. De teelt en bewaring vragen wel enige aandacht. Specialist biologische akkerbouw Jasper Brinks van Agrifirm zet daarom een aantal tips en wetenswaardigheden op een rij.
Aandachtspunten voor het perceel
- Zorg voor een pH van minimaal 5,8.
- Het perceel mag geen storende lagen bevatten en moet voldoende draagkracht hebben om in oktober of november te kunnen oogsten.
- Pas op met pas gescheurd grasland vanwege emelten en ritnaalden.
- Voederbietenteelt is minder geschikt voor veengrond en zware klei.
- Houd een vruchtwisseling aan van 1 op 8.
Rassenkeuze bij de voederbiet
Houd bij de rassenkeuze van voederbieten rekening met gevoeligheid voor rhizoctonia (lichte gronden zijn gevoeliger voor deze schimmel) en rhizomanie (grondgebonden virus, vooral aanwezig op percelen waar in het verleden suikerbieten zijn geteeld).
Rassen met een lager drogestofgehalte zijn geschikt om vers te voeren. Dit zijn de klassieke voederbietrassen, die grotendeels bovengronds groeien. Daardoor zijn ze geschikter voor zware grond, maar ook op lichte grond passen ze prima. Deze rassen leveren wel veel tonnen. De zogenaamde feed-beets lijken iets meer op suikerbieten. Dit zijn rassen met een hoger drogestofgehalte. Deze rassen passen beter als de bieten worden ingekuild.
Zaaien van voederbieten
- Zaai bieten tussen 20 maart en 10 april, bij een bodemtemperatuur van 8-10°C. Bietenzaad heeft weinig kiemenergie, help het zaad daarom met voldoende warme grond.
- Zaai minimaal 110.000 zaden per hectare, op 2 tot 3 centimeter diepte.
- Zorg voor een goed vlak zaaibed, dat vergemakkelijkt het schoffelen en eggen.
Bestrijding van onkruid en ziekten in de voederbiet-
- Voldoende vruchtwisseling (1 op 8) zorgt voor een zo laag mogelijke ziektedruk. Voldoende bemesting maakt de plant weerbaarder tegen ziekten en plagen.
- Emelten en ritnaalden smullen van de voederbiet, kies daarom bij voorkeur niet voor gescheurd grasland om voederbieten te verbouwen. Er zijn wel producten op de markt op de plant weerbaarder te maken tegen deze larven.
- De ziektes rhizoctonia, rhizomanie, (valse) meeldauw en bladvlekkenziekte komen voor bij voederbieten.
- Onkruidbestrijding vóór opkomst van het gewas is mogelijk door te eggen of te branden. In een later stadium adviseren we schoffelen met vingerwieders tussen de rijen.
Bemesting van de voederbiet
- Bemest voederbieten met 30 tot 40 m3 drijfmest per hectare. Kies je liever voor vaste mest, bemest dan in het najaar of vroeg in het voorjaar.
- Verstrek een aanvullende kaliumgift van 150 tot 200 kg per hectare.
Oogsten en bewaren
- Voederbieten kun je oogsten vanaf begin november. Eerder oogsten kost opbrengst.
- Oogst de bieten bij voorkeur door ze alleen te onbladeren en niet te ontkoppen. Ontkopte bieten hebben een hoger risico op aantasting door schimmels waardoor de bewaarbaarheid sterk terugloopt. Schieters zijn minder goed te bewaren.
- Bewaar de bieten op een hoop in de open lucht. Dek ze bij vorst af dekken met kuilkleden of -folie.
- Voederbieten zijn prima in te kuilen, liefst in combinatie met een droog product, zoals snijmais, gras of bijproducten.
Voederbieten voeren
- Zorg dat de voederbieten geen zand bevatten wanneer je ze gaat voeren. Het is eventueel mogelijk om ze te laten spoelen tijdens het transport.
- Verse bieten zijn te voeren tot maximaal 1 april. Ingekuilde bieten zijn jaarrond te voeren.
- Koeien vinden voederbieten zeer smakelijk, ze nemen veel op aan het voerhek. Een rantsoen met voederbieten bespaart op de hoeveelheid krachtvoer.
Bron: Agrifirm