Minder produceren wil niet zomaar zeggen dat hierdoor de prijs navenant stijgt. Als er minder fritesaardappelen in Nederland, België, Duisland en Frankrijk geproduceerd zouden zijn, zorgt dit niet voor een betere telerprijs. Die conclusie trekken onderzoekers van Wageningen University & Research na onderzoek in opdracht van de Producentenorganisatie Consumptieaardappelen (POC).
De onderzoekers stellen dat verlagen van alleen het aanbod in Nederland zorgt voor netto omzetverlies omdat de prijs minder snel stijgt dan de reductie in aanbod. Dat mechanisme geldt ook als er breder gekeken is naar het aanbod in de belangrijkste aardappelproducerende landen in de Europese Unie de EU4 ( Nederland, België, Duitsland en Frankrijk). “De oorzaak hiervan is dat een hogere prijs productie en aanbod van elders aantrekt. Daardoor lekken de effecten van de aanbodreductie weg”, zegt onderzoeker, Maarten Kik.
“Wij kwamen in het onderzoek erop uit dat het verlagen van het aanbod in Nederland met vijf procent zorgt voor slechts 0,5 procent stijging van de prijs. Dit komt door substitutie. De hogere prijs lokt aanbod en productie van elders uit, waardoor de prijsverhogende effecten van aanbodreductie weglekken. We zien wel dat als men erin zou slagen een vijf procent aanbodreductie in de EU4 te bereiken, dat het weglekeffect dan minder groot is. En dat de prijs dan met 3,6 procent kan stijgen, maar dit is altijd nog lager dan de vijf procent aanbodreductie, waardoor er nog altijd een netto omzetverlies is.”
Prijsdaling voorkomen
De reden voor het onderzoek, dat de titel meekreeg: ‘Aardappelmarkt in balans’, was de vraag van POC of het mogelijk is om in tijden van overproductie prijsdalingen van fritesaardappelen te voorkomen door middel van productiebeheersing. De gedachte hierachter is dat er dan meer balans in de markt van consumptieaardappelen wordt gebracht.
In het verleden heeft de EU ook in het landbouwbeleid bijgedragen aan productiebeheersing door quota in te stellen. In deze situatie zou het gaan om een private actie, waarbij de producentenorganisatie probeert te doen wat individuele telers niet lukt: het beheersen van de productie. Dit idee is niet nieuw, wel is het nieuw dat in een onderzoek vooraf wordt nagegaan of productiebeheersing kan gaan werken en op welke schaal het ingezet zou moeten worden.
Andere (akkerbouw)gewassen
Of het mechanisme ook in andere (akkerbouw)gewassen werkt, betwijfelt Kik. “Niet noodzakelijkerwijs: andere akkerbouwgewassen kunnen heel andere marktkarakteristieken hebben dan fritesaardappelen. Granen is bijvoorbeeld ten opzichte van aardappels veel meer een wereldmarkt. Substitutie van aanbod kan daardoor nog veel makkelijker plaatsvinden.”
Opzet van het onderzoek
Voorafgaand aan de analyse of aanbodbeheersing zou werken, hebben de onderzoekers eerst de huidige consumptieaardapelmarkt in de EU4 in beeld gebracht. Het totale areaal is in de periode 2015-2023 met meer dan 20 procent gestegen. De totale productie steeg echter minder hard omdat hectare-opbrengsten de laatste jaren stagneren. Uitbreiding van het productievolume zal dus met name uit uitbreiding van het areaal moeten komen. In dit onderzoek is niet onderzocht in hoeverre deze areaaluitbreiding kan plaatsvinden.
Informatievoorziening
Op dit moment probeert de POC haar leden van goede informatie te voorzien, onder andere door het maken van de KostprijsCalculator waarmee de kostprijs van fritesaardappelen op bedrijfsniveau bepaald kan worden en de Contracttool waarmee contracten vergeleken kunnen worden. In het onderzoek hebben de onderzoekers de KostprijsCalculator van POC vergeleken met een eigen kostprijs calculator en geconcludeerd dat de KostprijsCalculator van POC goed opgezet is. Ook de Contracttool bleek van toegevoegde waarde om transparant verschillen tussen aangeboden contracten inzichtelijk te maken.
Bron: WUR