Het lokaal toedienen van water en meststoffen zorgt voor een betere opname van nutriënten door het wortelstelsel. In opdracht van het Actieplan Bodem & Water Flevoland heeft Delphy de werking van dit systeem gedurende twee jaar gemonitord. De belangrijkste onderzoeksvraag is hierbij: Hebben verschillende strategieën van bemesting en watergift invloed op de uitspoeling van nitraat?
Dit jaar maakt de vele neerslag het een uitdagend seizoen, wat zorgt voor opmerkelijke tussentijdse resultaten. Op 3 juli werd de huidige stand van zaken gedeeld op de proeflocatie in Swifterbant.
Akkerbouwbedrijf Boudeling
Akkerbouwbedrijf Boudeling in Swifterbant maakt voor het tweede jaar op rij gebruik van druppelirrigatie in haar zaaiuien. Dit jaar is het systeem op dertien hectare ingezet. Binnen dit perceel is een halve hectare ingericht met de veldproef van Delphy. “Op dit bedrijf kon relatief vroeg ingezaaid worden”, vertelt Jan Kiers, projectmanager bij Delphy. “Op 12 april gingen de uien de grond in. Drie weken later, op 1 mei, is de driptape aangelegd door DripNed en vervolgens heeft VGB Watertechniek het systeem aangesloten.”
Proefveld in vijf objecten
Het proefveld is opgedeeld in vijf verschillende objecten, dat in vier herhalingen wordt uitgevoerd, zodat er in totaal twintig proefvelden zijn. De eerste drie objecten worden volvelds met stikstof (175 kilogram stikstof per hectare) bemest. Deze velden zijn behandeld met respectievelijk geen irrigatie, een sprinklerinstallatie en druppelirrigatie. De andere twee objecten bestaan uit een druppelirrigatiesysteem in combinatie met fertigatie, dat respectievelijk in een normale en verlaagde dosis (121 kilogram stikstof per hectare) is toegediend. Wekelijks is op deze twee velden Poly-Feed Drip 1, een vaste, goed oplosbare meststof met 25 procent stikstof, toegediend.
Bodemvochtsensoren
Gedurende het seizoen wordt de vochttoestand in de bodem gemeten met bodemvochtsensoren van RMA en Agurotech. Deze informatie wordt gebruikt in het QMS-Water programma van Delphy, dat een overzicht vormt van de toestand van de bodem in combinatie waarden zoals grondsoort, gewasgroeimodel en weersvoorspelling om een druppelirrigatie-advies te berekenen.
Angelique Walsweer, verantwoordelijk voor de praktische kant van de proef van Delphy, laat weten hoe het ervoor staat. “Door de vele regen was druppelirrigatie pas eind juni voor de eerste keer nodig. Vorig jaar hebben we over het hele jaar 64 millimeter water geïrrigeerd en dat was al relatief weinig. Dit jaar ligt deze waarde tot dusver op slechts enkele millimeters. Wel gaat de fertigatie gewoon wekelijks door. Op dit moment zitten we halverwege de twee maanden durende periode van fertigatie.”
Stikstof in de bodem
Op het proefveld staan de verschillende velden er redelijk uniform bij. Het veld met fertigatie in een verlaagde stikstofdosis springt er daadwerkelijk uit. Deze uien zijn kleiner en lichter van kleur, een opvallend resultaat. “Dat komt doordat stikstof in de bodem verzadigd is geraakt door de vele neerslag”, legt Niek Vedelaar, teelspecialist bij Delphy uit. “Hierdoor treedt denitrificatie op, het proces waarbij nitraat is omgezet in lachgas. Normaal gesproken vindt dit plaats in de winter, maar dit jaar zien we dat er over alle gronden in Flevoland slechts nul tot 35 kilogram stikstof op de zwaarste gronden in de bodem is achtergebleven. De rest is naar diepere bodemlagen gezakt.”
De fertigatie-velden lijken extra last te hebben van dit proces. Stikstof zit diep in de bodem en is daardoor niet zo makkelijk beschikbaar voor de uien, want de beworteling van de ui bereikt maar een beperkte diepte. Bij de andere groepen waren de gevolgen hiervan minder groot, doordat kunstmestgift zorgt voor een extra stikstofboost. “Opmerkelijk is dat de fertigatievelden er vorig jaar, in een droger seizoen, juist het beste bijstonden. De uien met de lagere stikstofgift gaven toen hetzelfde beeld als een volledige stikstofdosering en er werd minder uitspoeling gemeten.”
Uitdagingen
Dit jaar heeft niet de beste weersomstandigheden om een proef met druppelirrigatie en fertigatie uit te voeren. Dit zorgt voor vele uitdagingen, waarin het systeem daadwerkelijk op de proef is gesteld. Vedelaar laat op het proefveld zien dat de kleigrond redelijk dichtgeslagen is, een beeld dat op veel Flevolandse percelen voorkomt. “Dit maakt het moeilijk voor wortels om door de bodemlaag heen te breken. Je ziet duidelijk dat het wortelstelsel dit jaar het natuurlijke breukvlak van de grond heeft gevolgd. De rest van de bodem is vrij compact en heeft weinig poriën met zuurstof. Hierdoor blijft zestig tot zeventig procent van de wortels in de bovenste zes tot acht centimeter van de bodem.
Aan de andere kant kan vocht minder makkelijk omhoog komen via de verminderde capillaire werking. Diepere bodemlagen blijven langer nat en als er dan droogte optreedt, kampen de uien snel met een watertekort.”
Moeilijk groeiseizoen voor de uien
Ook is duidelijk te zien dat de uien een moeilijk groeiseizoen achter te rug hebben, want niet alle uien zijn goed opgekomen. Hier zijn meerdere factoren voor verantwoordelijk, volgens Vedelaar. “Allereerst is het idealiter zo dat de driptapes gelijk met het zaaien de grond ingaan, of tijdens een aparte werkgang, maximaal drie tot vijf dagen na het zaaien. Door de vele neerslag na het zaaien kon DripNed pas twee weken later het perceel op. Op dat moment stonden de uien al boven en had de bodem een harde korst. Hierdoor zorgde de aanleg van het systeem voor schade aan de kleine plantjes. Daarnaast is het zo dat ritnaalden uit de voorvrucht tarwe schade aan het perceel geven.”
“Water naar de zee dragen”
Onder de huidige omstandigheden is het testen van een irrigatiesysteem een beetje als water naar de zee dragen, maar in andere jaren draagt dit systeem bij aan het vergroten van werkefficiëntie, volgens Vedelaar. “Telers hoeven dan niet steeds met haspels in de weer te gaan. Je kunt meer sturen op de watergift en dat vraagt om een andere manier van werken. Veel akkerbouwers denken vaak groot: grote percelen, grote machines en veel capaciteit. Met dit systeem kijk je naar de waterbehoefte op perceelniveau. Dat past zeker niet bij iedereen. Het vraagt om een andere strategie waarin je werkt volgens een protocol voor het aan- en uitzetten van de installatie”, aldus Vedelaar.
Het advies aan telers is daarom om eerst te starten met druppelirrigatie en daar ervaring mee op te doen, alvorens fertigatie te gaan gebruiken. Vorig jaar bleek druppelirrigatie in combinatie met fertigatie een meeropbrengst te geven met uniformere en grotere uien vergeleken met de gangbare praktijk. Bij hoog salderende gewassen, zoals uien, kan dit een uitkomst bieden.
Ook voor telers in verzilte gebieden kan dit interessant zijn volgens de teeltadviseur. “Kijk bijvoorbeeld naar delen van Zeeland, waar niet kan zijn beregend vanwege brak water. Dan is een dergelijk systeem een goed alternatief om toch je gewassen van water en nutriënten te kunnen voorzien. Maar ook in Flevoland zien we de interesse toenemen.” Voor nu is het hopen op drogere omstandigheden voor het komende proefjaar, zodat u volgend jaar in de Akkerbouwkrant een driejarig overzicht kunt lezen, met in ieder geval drie totaal verschillende groeiseizoenen.
Sensoren meten vochtbalans
Akkerbouwbedrijf Boudeling teelt haar uien op bedden van anderhalf meter breed. Over elk bed lopen twee driptapes. Dit komt neer op twee driptapes per vijf rijen uien. Daarnaast liggen er sensoren van Agurotech ter hoogte van de tweede driptape, die de bodemvocht en bodemtemperatuur meten op vijftien en dertig centimeter diepte. Dit geeft informatie over de actuele vochttoestand van de bodem, waar telers op kunnen sturen. Agurotech verwerkt de gegevens in bodem- en gewas specifieke modellen en geeft om een grafiek weer of er voldoende of onvoldoende vocht aanwezig is voor optimale groei van het gewas.
Hier is een vooruitzicht voor de komende tien dagen in opgenomen. Het beregeningsadvies wordt in millimeters of aantal uren beregenen weergeven, afhankelijk van het beregeningssysteem van de teler. Het resultaat van wel of niet beregenen kan ook in de grafiek worden gevolgd. Het voordeel van druppelirrigatie is volgens Lilia Planjyan, medeoprichter van Agurotech, dat je niet per keer in grote hoeveelheden water hoeft toe beregenen, hierdoor kan de vochttoestand nauwkeurig zijn gestuurd. Hierdoor is het gebruikte water efficiënter benut. “Ook zien we dit jaar dat, ondanks de vele neerslag, de vochttoestand in de bodem sterk kan schommelen. De toplaag droogt snel uit, terwijl het dieper in de bodem lang nat blijft dit jaar. Hier dien je dan snel op in te spelen. Het volgen van de actuele vochtbehoeften van de grond zorgt dan voor meer controle.”
Tekst: Kim Sjoers
Beeld: Delphy, Agurotech en Kim Sjoers