Afgelopen teeltseizoen floreerde valse meeldauw op veel percelen. Aangezien de sporen van deze ziekteverwekker kunnen overwinteren, is het cruciaal om het nieuwe seizoen goed beslagen ten ijs te komen.
In deze editie deelt Mark Ermers, Product Manager bij Cebeco, tips om de gevolgen van valse meeldauw in uien te beperken.
Hoe verspreidt valse meeldauw zich?
“Valse meeldauw wordt veroorzaakt door de oömyceet Peronospora destructor. Deze waterschimmel heeft een vergelijkbare levensloop als Phytophthora infestans in aardappelen. Na besmetting zijn kleine gele korrelige vlekken zichtbaar op het loof van uien. Vervolgens worden sporen zichtbaar die in concentratie toenemen en een zwarte kleur krijgen. Via de wind worden deze sporen verspreid, terwijl de gehele plant wordt geïnfecteerd. Dit zorgt ervoor dat de opbrengst tot wel 75 procent kan afnemen.”
Wat maakt de kans op besmetting groter?
“De incubatietijd van valse meeldauw ligt tussen de tien en 21 dagen. Dit houdt in dat de plant na deze periode pas symptomen vertoont. Echter, dit is sterk afhankelijk van de omstandigheden. Bij een hoge luchtvochtigheid, oftewel een RV boven de 95 procent, en een temperatuur tussen de vijf en 25 graden Celsius, vormt valse meeldauw snel sporen. Ook draagt een vochtige bodem hieraan bij. Een nat seizoen, zoals in 2024 en het gebruik van druppelirrigaties, waarbij de bodem gedurende lange tijd vochtig blijft, kunnen het risico op valse meeldauw vergroten. Daarnaast kunnen tweedejaars plantuien en winteruien een grote infectiebron van valse meeldauw zijn. Door het hele jaar door verschillende soorten uien te telen, krijgt valse meeldauw extra ruimte.”
Hoe kunnen we deze waterschimmel beheersen?
“Bedrijfshygiëne, zoals het afdekken van afvalhopen, zorgt er mede voor dat valse meeldauw minder snel de kans krijgt om te overwinteren. Om de kans op infectie te beperken kan een teler kiezen voor een beperkt aantal rassen met tolerantie tegen valse meeldauw. Bij een hoge infectiedruk is het vooralsnog wel raadzaam om ook deze rassen te beschermen om doorbreking van het resistentiegen te voorkomen. Tijdens de teelt is de beheersing van valse meeldauw gericht op het voorkomen van verspreiding van de infectie van het blad naar de hele plant. Het vroegtijdig detecteren van geïnfecteerde planten en kennis hebben van de verspreiding van deze ziekteverwekker is dan ook cruciaal.”
Zijn er nog kansen voor gewasbeschermingsmiddelen?
“Het aantal toegestane middelen tegen valse meeldauw neemt snel af. Voor komend teeltseizoen kunnen telers nog gebruik maken van de combinaties Zorvec epicaltrin met Kenbyo, Orondis plus met Amistar of Fandango. Bij de eerste twee combinaties is het toevoegen van een hulpstof altijd aan te raden. Wanneer we de voorschriften voor resistentiemanagement respecteren, kunnen we helaas maar vijf bespuitingen preventief inzetten voor de beheersing van valse meeldauw. Echter, het gebruik van beslissing ondersteunende systemen tegen valse meeldauw biedt op dit moment nog onvoldoende zekerheid. Daarmee loopt de teelt van uien in Nederland een groot risico.”
Tekst en beeld: Kim Sjoers