Hoe maken we een landbouwbedrijf toekomstbestendig? Aan welke oplossingen moeten akkerbouwers denken als antwoord op de uitdagingen in 2040 of 2050? In het project Boerderij van de Toekomst zijn maatregelen en kennis uit de biologische en gangbare landbouw gecombineerd in een zo duurzaam mogelijk bedrijfssysteem. Het gouden ei is nog niet gevonden.
Boerderij van de toekomst
Strokenteelt, kringlooplandbouw, plantaardige productiesystemen, hernieuwbare energie, klimaatadaptatie: allemaal termen die horen bij het project Boerderij van de Toekomst. Het verminderen van de afhankelijkheid van gewasbeschermingsmiddelen loopt als een rode draad door de proeflocatie in Lelystad. Waar volop geëxperimenteerd is met de oplossingsrichtingen. Uiteindelijk moet dit de basis zijn voor een modelbedrijf van dertig tot vijftig hectare, waarop de werkwijze gebaseerd is op agro-ecologische principes en gebruik maakt van moderne IT-technologie. Onderzoekers van Wageningen Universiteit zetten een stip op de horizon. Die lijkt nog ver weg, maar door weersveranderingen en veranderende wet en regelgeving lijken de oplossingen voor over twintig jaar wellicht op de korte termijn al broodnodig.
Praktische problemen
De keiharde realiteit is dat de onderzoekers aanknopingspunten hebben, maar ook tegen veel praktische problemen aanlopen. Tijdens de Future Farming & Food Experience in mei kregen belangstellenden de kans om een blik te werpen op de onderzoeken. David de Wit is één van de onderzoekers. Hij vertelt dat strokenteelt één van de onderdelen is, waarbij gekeken is naar de biodiversiteit. Er is getest met stroken van drie meter waarop acht verschillende gewassen zijn geteeld. Ook liggen er percelen met stroken van vijftien meter, die volgens De Wit misschien wat dichter bij de huidige praktijk komen. “Met drie meter kom je met de huidige mechanisatie namelijk niet uit.” Hij stelt dat qua biodiversiteit met strokenteelt er absoluut een sprong vooruit is gemaakt. Maar dat het beeld qua arbeid vanwege de bodembewerking negatief is.
Tussen de stroken is gebruik gemaakt van vaste rijpaden om bodemverdichting te voorkomen. “Want dat zien wij voor de toekomst als een grote uitdaging. Als je drie of vier jaar stukken hebt waar geen band overheen is gegaan, zien we op die plekken geen nieuwe bodemverdichting en wordt de bestaande opgeheven.” In het project is met de oogst gewerkt met een bunkerrooier waarbij de karren op de kopakker staan. De opbrengsten van de strokenteeltpercelen zijn gewoon goed. Het water kan beter weg, dankzij de capillaire opstijging. Nadeel is dat de machines de neiging hebben om van de smalle natte sporen af te glijden. Bovendien is de aanvangsinvestering van strokenteelt vrij hoog.
Langer wachten met het uitvoeren van een bespuiting
Als het gaat om gewasbescherming is het uitgangspunt dat er alleen wordt ingegrepen met middelen als dat echt nodig is. Door de inzet van bijvoorbeeld resistente aardappelrassen als Carmeo en Twister lukt het om Phytophthora lang buiten de deur te houden. Hierdoor kan de teler veel langer wachten met het uitvoeren van een bespuiting. “Het lukt om met maximaal vier bespuitingen het gewas gezond naar het einde van het seizoen te krijgen.”
Als het gaat om insecten, dan wordt er op de Boerderij van de Toekomst vooral gekeken naar de drempelwaarden. Er wordt gemonitord en bepaald wat het juiste moment van ingrijpen is. Hierdoor worden één of twee bespuitingen bespaard.
Onkruidbestrijding is echter wel een dingetje, weet plantenwetenschapper Timo Sprangers van WageningenUR. “Mechanisch is wel de weg en die realiteit komt sneller dichterbij dan de horizon van de Boerderij van de Toekomst. In 2030 zullen er veel middelen verdwijnen. Als wij bijvoorbeeld geen bodemherbiciden meer tot onze beschikking hebben, dan zie je gewoon de onkruiddruk opbouwen.” De realiteit is volgens Sprangers ook dat zeker met zo’n voorjaar als nu door de nattigheid schoffelen en eggen lastig is. “Veel onkruiden kiemen en dan is het wel fijn als je een paar herbiciden achter de hand hebt waarmee je kunt ingrijpen voordat het uit de hand loopt.” Met een schraler wordend middelpakket is het gevaar bovendien dat resistenties doorbroken worden.
Kerende grondbewerking toch implementeren
“We zien dat door een totaalpakket aan maatregelen het mogelijk is om zeventig tot negentig procent te besparen met behoud van opbrengst. Maar we zien ook dat als we hier blijven doen zoals we nu doen, met een niet-kerend systeem, we het niet gaan volhouden met de onkruiden. Daarom moeten we kijken dat we toch een kerende grondbewerking implementeren. Er zijn telers die met strokenteelt werken en vooraf toch een heel perceel ploegen. Een ingreep tot resetten één keer in de zoveel jaar is misschien wel nodig.”
Onderzoeker David de Wit stipt daarbij ook de mogelijkheid aan dat het opschuiven van de grens van de milieu-impact mogelijkheden biedt. “Als we niet uitgaan van bijvoorbeeld zeventig procent reductie van de milieu-impact van het landbedrijf, maar bijvoorbeeld zestig procent, dan geeft dat wellicht ruimte om toch in te grijpen.”
De Wit ziet daarnaast ook mogelijkheden om de inzet van robots te verhogen, zodat het minder handarbeid kost om een perceel weer onkruidvrij te krijgen. “Ik denk dat daar nog wel wat slagen gemaakt gaan worden. Maar als je me vraagt wat de toekomst is als over bijvoorbeeld tien jaar helemaal geen gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar zijn, dan is het qua oplossingen nog wel koffiedik kijken.”
Tekst en beeld: Martin de Vries