Een consortium van vijf hogescholen – Aeres Hogeschool, HAS green academy, Hogeschool Van Hall Larenstein, Hogeschool Inholland en Hanze Groningen – is samen met bedrijven en experts een tweejarig onderzoek gestart naar de teelt en toepassing van waterlinzen. Hoe kunnen deze eiwitrijke planten duurzaam geproduceerd worden om het vervolgens als eiwitbron in voedingsmiddelen te kunnen verwerken? Met als doel een grote bedrage aan de eiwittransitie die essentieel is voor een duurzaam voedselsysteem.
Tortilla’s op basis van waterlinzen zul je over niet al te lange tijd in de supermarkt kunnen tegenkomen. De partijen die betrokken zijn bij het onderzoeksproject ‘Duurzame eiwitten: Eendje meer’ hebben namelijk hoge verwachtingen van het plantje.
Feike van der Leij, lector Health & Food bij Hogeschool Inholland: “Waterlinzen hebben niet alleen een hoog eiwitgehalte, maar ook een veel hogere opbrengst per hectare dan vergelijkbare eiwitbronnen, zoals veldbonen en soja. Het plantje groeit namelijk heel snel. In dit project zoeken we naar een manier om waterlinzen op grote schaal in Nederland te telen, zodat we niet meer afhankelijk zijn van bijvoorbeeld soja uit de Amazone.”
Waterlinzen in de praktijk
Het consortium van vijf hogescholen streeft naar een concurrerend teelt- en verwerkingssysteem voor waterlinzen. Eric de Bruin, lector Circulair ondernemen in de Agrifoodsector bij Aeres Hogeschool: “Ons hoofddoel is om een gezond verdienmodel te ontwikkelen waarmee we lokaal, op een duurzame manier, een maximale opbrengst aan eiwitten kunnen leveren.” Het onderzoeksproject focust zicht op de teeltmethode, bewerking van waterlinzen, toepassing ervan in voedingsmiddelen en op kennisverspreiding.
Ook studenten zijn nauw betrokken bij het project. De Bruin: “Met name internationale studenten gebruiken dit project voor hun stage of afstudeerproject. Zo legt een student uit Nigeria zich momenteel toe op de kweek van de waterlinzen. Anderen testen pesto bij een panel, om te onderzoeken hoe het zit met de acceptatie onder consumenten.”
Teelt in bestaand systeem
Uniek aan het onderzoeksproject is dat het op allerlei manieren bijdraagt aan duurzaamheid. Dat begint al bij de teelt. De Bruin: “We telen de waterlinzen in een bestaand systeem van een bollenkwekerij in Bovenkarspel. De teeltbakken voor snijbloemen staan daar van maart tot november leeg. Dat is precies het groeiseizoen van waterlinzen. We hoeven dus geen nieuwe fabriek te bouwen, de infrastructuur ligt er al.”
In die periode van het jaar hoeft er bovendien niet extra verlicht en verwarmd te worden; de onderzoekers maken gebruik van de warmte en het licht van het seizoen. Een ander pluspunt is dat de waterlinzen gewoon in Nederland, op een relatief kleine oppervlakte geteeld kunnen worden.
“Waterlinzen zijn daarmee een veel duurzamere eiwitbron dan geïmporteerde soja, of vlees”, zegt Van der Leij. “Het kan de eiwittransitie echt versnellen.” Naast de bollenkwekerij zijn nog elf andere bedrijven betrokken bij het project, onder meer op het gebied van levensmiddelentechnologie en consumentenonderzoek.
“Uiteindelijk willen we het verwerken in allerlei voedingsmiddelen”, blikken De Bruin en Van der Leij vooruit. “Denk aan tussendoortjes, snacks, ijs, pesto. Over een jaar of twintig kan dat zomaar compleet gangbaar zijn.”
Bron: Aeres Hogeschool