De één meter teeltvrije zone langs waterlopen geraakt stilaan ingeburgerd bij land- en tuinbouwers, maar toch zijn er nog een aantal misverstanden die vaak voorkomen. Het project {beek.boer.bodem} in de provincie Antwerpen zet alle regels nog eens op een rij. “Er is beter nu al goed nagedacht over het beheer van de teeltvrije zone, want zo kan je heel wat tijdswinst boeken eens de grote drukte op het veld start”, klinkt het.
Het decreet Integraal Waterbeleid bepaalt dat landbouwers de bodem langs waterlopen met oppervlaktewater niet mogen bewerken tot op 1 meter vanaf de bovenste rand van het talud. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen of van meststoffen is op die strook verboden. Een uitzondering wordt toegestaan als het gaat om bemesting door rechtstreekse beweiding. Bovendien mogen er geen oogstbare teelten op gezaaid worden. Het gras van deze teeltvrije zone mag niet gescheurd worden.
Rond welke waterlopen en grachten de 1 meter teeltvrije zone moet worden gerespecteerd, is niet altijd duidelijk. Het Integraal Waterbeleid spreekt van ‘oppervlaktewaterlichamen’. Op basis van de Vlaamse Hydrografische Atlas (waterlopen) en het Grootschalig Referentiebestand (grachten) is een kaart opgemaakt met daarop alle waterlopen waarvoor de 1 meter teeltvrije zone van toepassing is. Die kaart wordt jaarlijks geactualiseerd en is raadpleegbaar op het e-loket van het Departement Landbouw en Visserij.
Hoewel bemesting in de teeltvrije zone verboden is, blijft deze zone wel deel uitmaken van de rest van het perceel. “De bemestingsnormen gelden dus nog steeds voor de volledige oppervlakte van het aangegeven perceel”, luidt het.
Hoe de teeltvrije zone optimaal beheren?
Op de percelen waar de regelgeving rond de teeltvrije zone al goed wordt nageleefd, zal zich meestal een strook met een spontane bedekking van grassen en kruiden ontwikkeld hebben. “Wanneer er probleemkruiden opduiken in deze zone, mogen die in geen geval behandeld worden met gewasbeschermingsmiddelen gebruiken”, waarschuwt het project {beek.boer.bodem}. “De enige optie om de strook te beheren, is maaien. De teeltvrije zone mag gedurende het hele jaar gemaaid worden, maar dat gebeurt bij voorkeur vóór de probleemkruiden in zaad komen.”
Om de maaiwerkzaamheden uit te voeren, is er echter een specifieke machine nodig. Als er nog geen teelten op het veld staan, kan het met een klepelmaaier of een schijvenmaaier. Maar eens er gewassen groeien, heb je eerder een smalspoortractor met side shift maaier of een klepelmaaier op arm nodig. Bij Boerennatuur Vlaanderen kunnen landbouwers die in het projectgebied van {beek.boer.bodem} liggen, een geschikte machine aan voordelig tarief huren.
Er wordt ook aanbevolen om de teeltvrije strook te verschralen of aanrijking door nutriënten die afspoelen van het land tegen te gaan. Op verschraalde grond krijgen probleemonkruiden immers minder kans om te bloeien. Zo kan zich een stabiele grasvegetatie ontwikkelen met bloeiende kruiden waardoor er na verloop van tijd maar één keer meer gemaaid zal moeten zijn. Om de verschraling te bevorderen is het bijvoorbeeld belangrijk om het maaisel af te voeren of op voldoende afstand van de teeltvrije zone te brengen.
Wat met ecologische aandachtsgebied of beheerovereenkomsten?
Landbouwers die meer dan 15 hectare landbouwgrond bewerken, moeten over minstens 5 procent ecologisch aandachtsgebied (EAG) beschikken om aanspraak te kunnen maken op de gangbare landbouwsubsidies. Een bufferstrook langs een waterloop of een akkerrand komen in aanmerking als EAG. Landbouwers die een beheerovereenkomst hebben afgesloten voor zo’n strook, kunnen die laten meetellen als EAG, maar dan krijgen ze een aangepaste vergoeding voor hun beheerovereenkomst.
Beheerovereenkomst randenbeheer
Landbouwers die naast de waterloop al een grasstrook hebben aangelegd in uitvoering van een beheerovereenkomst randenbeheer, voldoen meteen ook aan de voorwaarden rond de teeltvrije zone. De teeltvrije zone maakt immers integraal deel uit van de strook en hoeft dus niet afzonderlijk geregistreerd te zijn. De oppervlakte van de teeltvrije strook is mee in rekening gebracht voor de beheerovereenkomst en heeft dus geen gevolgen voor de beheervergoeding.
Bron: VILT