In het Friese Holwerd en Ternaard werken twee akkerbouwbedrijven en twee veehouderijbedrijven samen binnen vereniging EcoLaNa. Door de samenwerking worden kringlopen zoveel mogelijk gesloten. Voor akkerbouwer Anco van der Bos biedt de samenwerking de kans om het bouwplan steeds verder te optimaliseren en de bodem centraal te stellen.
In 2001 vond de oprichting van EcoLaNa (Economisch en Ecologisch verantwoorde Landbouw en Natuur) plaats. Akkerbouwer Kees van der Bos, akkerbouwer Jan Idsardi, melkveehouder Frans Antonides en schapenhouder Johannes van Sinderen werken sinds die tijd op allerlei manieren samen. Inmiddels staat op twee van de vier bedrijven de volgende generatie aan het roer en ook zij stapten in de vereniging.
Naast Klaaske de Groot bij de schapenhouderij is ook akkerbouwer Anco van der Bos één van de volgende generatie. Hij vertelt: “Het doel in 2001 was een beter financieel rendement behalen met oog voor de natuur. Die beide doelen staan nog steeds. Nu probeer ik mijn bouwplan en daarmee het financiële rendement steeds verder te optimaliseren. Daarnaast hebben we ruimte voor biodiversiteitsherstel en is er volop aandacht voor de bodem.”
De akkerbouwbedrijven in dienst van pootaardappelen
De beide akkerbouwers binnen de vereniging richten zich op de teelt van kwalitatief hoogwaardige pootaardappelen in een bouwplan van 1:3. Het gehele bouwplan staat in dienst van de pootaardappelen. “Door de samenwerking kunnen we bijvoorbeeld meer rustgewassen in ons bouwplan opnemen door de teelt van granen voor de melkveehouder. En kunnen we de keuze maken om de pootaardappelen niet te telen op de hele zware zeeklei van 60 tot 70 procent afslibbaar. Daar hebben we slechte ervaringen mee. Daar zetten we dan liever bijvoorbeeld suikerbieten.” Het optimale gebruik van de gronden vergt overleg, net als alle andere vormen van samenwerking binnen de vereniging. Loopt dit altijd op rolletjes? Nou nee. “Soms botsen de bedrijfsfilosofieën”, aldus Van der Bos. “De sleutel is, hoe afgezaagd dat ook mag klinken, goed blijven communiceren.”
Bodem centraal
Van der Bos en zijn collega akkerbouwer Idsardi stellen de bodem centraal. “Daar vindt de productie plaats.” De akkerbouwers gebruiken niet kerende grondbewerking en dat is soms een uitdaging bij hoogsalderende pootaardappelteelt. “Daarom hebben we ook geen gras in ons bouwplan. Dat vormt een te dichte zode en krijg je nauwelijks kapot met NKG.” Van der Bos ziet dat de draagkracht en capillaire werking van de bodem beter overeind blijven bij NKG dan bij ploegen. Van der Bos heeft daarnaast de wens voor een bouwplan van 1:4. “Ik wil graag extensiever, daarmee komen er ook meer werkbare uren vrij voor onder andere het inzaaien van groenbemesters. Nu komt dat in de praktijk wel eens in de knel.”
Beide akkerbouwers gebruiken digestaat uit de co-vergister van melkveehouder Antonides. “We gebruiken nog maar minimaal kunstmest”, vertelt Van der Bos. “Naast het digestaat gebruiken we ook de drijfmest van onze collega. We zien dat dit positief werkt voor de organische stofbalans in onze bodem, al gaat dat wel langzaam. En we hebben moeten leren werken met de drijfmest en het digestaat. In de zomer werkt dit toch al snel vernattend, waardoor we de groenbemester na onze pootaardappelen niet altijd goed konden zaaien. Nu gebruiken we het in het voorjaar, dan droogt het veel beter op. In de zomer gebruiken we de strorijke stalmest uit de potstal van de droge koeien van de buurman.”
Aandacht voor natuur
Binnen de vereniging is er aandacht voor biodiversiteitsherstel, Ecolana staat niet voor niks voor Economisch en Ecologisch verantwoorde Landbouw en Natuur. Zo is er natuurland met een verlate maaidatum, plas-dras, een amfibieënpoel en brak water sloten. Ook zijn er dobben met zoet kwelwater, een dobbe is een oude benaming voor een drinkwaterplek voor vee.
Een ecologisch adviesbureau heeft een gebiedsinrichting ontworpen voor de vereniging, waarin al deze onderdelen een plek kregen. Van der Bos: “Door al deze landschapselementen zien we hier veel weidevogels en andere dieren. Ook doordat we streven naar zoveel mogelijk gebruik van groenbemesters. Dat trekt insecten aan en biedt ook een schuilplaats aan allerlei dieren, zoals fazanten en hazen. Die laatste zitten hier opvallend veel. En er zijn een aantal sloten die we niet schonen, uiteraard in overleg met het Waterschap. Ook dat levert schuilplaatsen voor allerlei dieren en niet te vergeten, een broedplaats voor de bruine kiekendief.”
Regelgeving schuurt
Zowel akkerbouwer Van de Bos als melkveehouder Antonides kijken reikhalzend uit naar regelgeving die past bij een samenwerking als die van Ecolana. “In de praktijk is er nauwelijks regelgeving die helpend is”, stelt Van der Bos. Antonides vult aan: “Het ministerie heeft de mond vol van kringlooplandbouw, maar het wordt niet gefaciliteerd.” De melkveehouder en de akkerbouwers doen sinds negen jaar één gezamenlijke Gecombineerde opgave en hebben een gezamenlijk mestnummer. “De Gecombineerde opgave was altijd behoorlijk ingewikkeld met de losse bedrijven. Daardoor is er destijds een kleine administratieve fout gemaakt, die ons op een forse boete kwam te staan. Dat risico wilden we niet nog een keer lopen en daarom doen we nu de opgave gezamenlijk”, vertelt Van der Bos. “Dat heeft ook weer nadelen”, zucht de melkveehouder. “Zo mag er maar één van onze bedrijfsopvolgers gebruik maken van de jonge boeren regeling. Terwijl één van mijn zoons en Anco daar alle twee voor in aanmerking komen.” Beiden noemen ook als nadeel dat een foutje in de Gecombineerde opgave alle partijen raakt.
Maar heel langzaam komt er wat beweging in de regelgeving. Van der Bos noemt hierbij het PAVEx-K project (Pilots samenwerking Akkerbouw en Veehouderij in experimenteergebieden Kringlooplandbouw). Ecolana is één de zes deelnemers aan dit project, waarin ook wordt gekeken naar knellende wet- en regelgeving binnen samenwerkingen tussen veehouderij en akkerbouw. Het project is geïnitieerd door het ministerie van LNV en begeleiding vindt plaats door Wageningen University & Research.
Altijd wat te doen
De boeren van Ecolana zitten nooit stil. Van der Bos vertelt over een wat nieuwere tak van sport binnen de samenwerking, de teelt van haver voor Friesland Campina, die het gebruikt voor de productie van havermelk. “Via het lidmaatschapsnummer van de melkveehouder kunnen wij als akkerbouwers de haver telen. En dat is voor ons weer een mooie voorvrucht voor pootaardappelen. Volgend jaar ligt ons uitgangsmateriaal op het perceel waar nu de haver staat. We hopen dat we dan minder gewasbescherming nodig hebben voor schimmels, met name Rhizoctonia.”
Een andere nieuwe ontwikkeling is zoeken naar mogelijkheden voor het afzetten van Ecolana-producten in de korte keten. Hier zijn vooral schapenhouder Klaaske de Groot, melkveehouder Nienke Antonides en Bianca van der Bos, de zus van Anco, mee bezig. Van de Bos: “Weer iets heel anders is dat collega-akkerbouwer Jan Idsardi ergens in de komende jaren gaat stoppen en er geen opvolger is. Het is spannend wat dat precies gaat betekenen voor onze vereniging.” Hoe de toekomst er ook uit zal zien, voor Antonides en Van der Bos biedt deze Friese samenwerking nog altijd meer kans op een goed financieel rendement dan individueel boeren.
Tekst: Kirsten van Valkenburg
Beeld: Marcus Pasveer en Kirsten van Valkenburg