Syngenta is geen onbekende naam binnen de landbouwsector. Het is een wereldspeler als het gaat over gewasbeschermingsmiddelen, zaden en innovatieve oplossingen. Bij dat laatste hoort zeker ook de INTERRA®Scan. Met deze service wil Syngenta landbouwers helpen om inzicht te krijgen in de bodemsamenstelling van hun percelen. Op basis van die kennis wordt dan samen met de landbouwer gestreefd naar het optimaliseren van het potentieel van zijn percelen.
Syngenta is er al een tijd lang van overtuigd dat we met z’n allen stappen moeten zetten in het duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. In dat kader deed het bedrijf veel ervaring op en is het ervan overtuigd dat precisielandbouw de oplossing is. De bodem is daarbij de eerste belangrijke factor. Volgens Edward Vander Linden, verantwoordelijke voor INTERRA®Scan in België, moeten we die in kaart brengen om dan precies te gaan ageren. “We moeten weten waar er meer behoefte is aan kalk of waar de pH lager is dan op andere plekken in een perceel. Maar ook voor gewasbescherming is het belangrijk. De bodemkaarten van INTERRA®Scan zijn dus cruciaal om precies te bepalen hoeveel herbiciden waar toegepast moeten worden. Dat leidt tot optimale gewasbescherming en minimalisatie van middelengebruik. Op basis van zulke informatie moeten we taakkaarten maken om gewasbeschermingsproducten, zaden of meststoffen meer gericht te kunnen toepassen en managen.”

Slecht imago
Edward Vander Linden is in België het gezicht van de INTERRA®Scan. Hij deed heel wat expertise op in gewasbescherming en nieuwe technologieën. Hij werkte jarenlang bij Syngenta en kon zich daar in die materie verdiepen. Daardoor kwam hij ook in contact met de INTERRA®Scan voordat die op de markt kwam. Nu is hij op zelfstandige basis verantwoordelijk voor de commercialisatie, promotie en ondersteuning naar de telers toe van deze INTERRA®Scan-service.
Vander Linden kadert waarom Syngenta begon met de INTERRA®Scan. “Het imago van de landbouwsector is niet goed, laat staan voor fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen. Ons topmanagement keek vijf tot tien jaren vooruit en besefte op zeker ogenblik dat ze moesten investeren in meer precisielandbouw. Ze namen daarom contact op met een gespecialiseerd bedrijf, dat een scanner had ontwikkeld voor andere toepassingen. Syngenta is met dat bedrijf een samenwerking aangegaan om te kijken wat die scanner kon betekenen voor de landbouw. Al snel zag men dat er prachtige resultaten te behalen waren met de INTERRA®Scan. Het is dus echt Syngenta die heeft gezien dat er meer precisie in de landbouw zou moeten worden toegepast en dat we landbouwers daarbij rechtstreeks zouden moeten ondersteunen.”
Principe van de INTERRA®Scan
“Het uitgangspunt is dat we binnen tien jaar nog steeds goede teelten willen produceren. Daarvoor moeten landbouwers kennis hebben van de bodem en met die kennis aan de slag kunnen gaan. Met de INTERRA®Scan brengen we die bodem in beeld zodat we de heterogeniteit van een perceel in kaart kunnen brengen. Voor het scannen wordt een afspraak gemaakt. Een persoon van Syngenta voert de scan uit. “Onze scanners zijn gemonteerd op een terreinwagen of quad. Dat laatste is handig als er natte plekken zijn op een perceel. De scanner capteert gammastralen die van nature uit de bodem komen. Eerst wordt er een ronde rond het perceel gemaakt en daarna wordt er elke tien meter op en af gereden. We meten zo’n achthonderd punten per hectare. Daarnaast worden er grondmonsters genomen op vier à zes plaatsen per perceel, afhankelijk van de grootte en heterogeniteit van dit perceel. Die worden opgestuurd naar een gecertificeerd laboratorium voor analyse. De resultaten worden gekoppeld aan de scannerresultaten. Het scannen kan op gras, groenbemester,… Als je erover kan rijden, kan je ook scannen.”

Tot 27 bodemkaarten
Met de scan wordt de textuur en grondsoort in kaart gebracht: wat is het percentage klei, zand, leem,…? Dat is bijvoorbeeld belangrijk om te gaan bemesten of bekalken. Verder geeft de scan informatie over pH, hoeveelheid organische materialen, magnesium, fosfor, potas (kali),… “Dat is de basis”, zegt Vander Linden. “Maar daarnaast kunnen we ook mangaan, calcium, boor, molybdeen, ijzer, zwavel en koolstofgehalte in kaart brengen. Zo kan je de bemesting aanpassen. Ook het waterhuishoudend vermogen van de bodem wordt bepaald en is belangrijk. Het kennen van de plaatsen die beter water vasthouden, is nuttig in functie van droogteperiodes.”
“Al deze gegevens worden samengevoegd en resulteren in bodemkaarten die beschikbaar zijn in hoge resolutie. We kunnen tot 27 bodemkaarten aanbieden. Wij bezorgen het resultaat via email met een link en sturen geen papieren op. De teler krijgt toegang tot een platform waarin hij zijn gegevens ziet en taakkaarten kan maken die dan weer gekoppeld kunnen worden aan de portals in de tractorcabine. De klant heeft jarenlang toegang en kan steeds opnieuw gaan kijken naar zijn percelen. Andere teelten betekent andere verwachtingen. Ik ga zelf ook altijd langs om toelichting te geven bij de resultaten. Samen met de landbouwer analyseer ik dan de bodemkaarten en geef ik uitleg hoe vanuit deze informatie taakkaarten gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld om te gaan bekalken. Het doel is het homogeniseren van het perceel en het potentieel van het perceel te optimaliseren. Idealiter wordt er na een vijftal jaar een nieuwe scan genomen, om de resultaten van vijf jaar precisietoepassing in kaart te brengen.”

Beperkende factoren
Het meetmoment en gewas dat op het perceel staat, hebben geen invloed op de meting. Je kan echter niet scannen als het regent of als er mist is. En je bemest ook best niet in de drie maanden voor de scan. Na de meting is het belangrijk dat je realistisch bent: de pH gaat niet op vijf jaar van 5 naar 6. Je moet eerder denken achter de komma. En natuurlijk verschilt het advies voor iedere teelt. Een goede periode voor scans zijn de maanden juli, augustus en september, wanneer gewassen geoogst zijn en velden toegankelijk worden.
Eerste ervaringen
De service werd officieel gelanceerd in september 2023 in de Benelux. Het is dus nog te vroeg om nu al conclusies te trekken. Maar Syngenta heeft natuurlijk wel al heel wat getest voor de lancering. En veel onderzoek loopt ook nu nog, onder meer via onderzoeksinstellingen. “Bedoeling is dat na vijf jaar de eerste resultaten bekeken worden”, zegt Vander Linden. “Dan weet je wat je gedaan hebt in welke jaren. We hadden in België wel twee voorlopers die al getest hadden, onder andere een belangrijke aardappelteler waar we taakkaarten gebruikten om variabel te bemesten en te poten. We deden een opbrengstbepaling van zijn aardappelen op kleigrond en zanderige grond. De uitkomst was positief naar rendement van de teelt. Bij een tweede landbouwer liep een proef op een perceel waar drijfmest werd toepast als eerste bemesting van zijn tarwe. Enkele weken nadien werd de tarwe geel op sommige plaatsen, ging uitdunnen, er was minder uitstoeling en onkruiden kregen meer kans op hergroei. We keken ook naar de gegevens van de loonwerker die met taakkaarten geoogst had. Nadat we alle informatie bij elkaar hadden gelegd, was de conclusie dat omwille van de lage pH – onder de 5 – drijfmest injecteren niet de juiste keuze was. Kunstmest was hier beter geweest in functie van de mineralisatie. Dus met de tool kan je wel mooie conclusies trekken. En via taakkaarten zal meer bekalkt worden waar de pH onder de 5 is.”
Minder zaaien of meer?
Een dilemma waar menig akkerbouwer zich voor geplaatst ziet, is wat die moet doen wanneer de scan uitwijst dat een bepaald stuk van het perceel minder goed is, dus met minder opbrengstpotentieel. Minder zaaien of meer? Voor Vander Linden is het antwoord duidelijk. “Sommigen redeneren dat je zoveel mogelijk aren per vierkante meter wilt, want als je geen aar hebt, kun je niet dorsen. Dus gaan ze dichter zaaien op slechte plaatsen. Dat is voor mij een totaal verkeerde redenering. Want die tarwe gaat in concurrentie, omdat er te weinig potentieel in de grond zit. Ik zou zelfs omgekeerd durven redeneren en meer zaaien op plaatsen waar de bodem het aankan. Vergelijk het met meer eten geven aan een topwielrenner en aan een amateur. Die topper kan er misschien nog iets mee doen, omdat hij het potentieel heeft. Bij de amateur zijn er andere beperkende factoren, waardoor meer eten geven geen zin heeft.”
Scan terugverdienen
“Het systeem levert geen geld op, als je in je bedrijfsproces, denk aan het bemestingsplan of zaaien, geen aanpassingen doet. Vanuit de inzichten en kennis over je perceel verander je uit ervaring gemaakte beslissingen. Hoe meer je ervan gebruik maakt om optimaal en precies te gaan werken, via taakkaarten, hoe meer je eruit kunt halen. Ik wil niets liever dan dat landbouwers stappen zetten. En het is onze taak hen daarbij te helpen. Eigenlijk zou je elke drie maanden contact moeten hebben met de teler. ‘Heb je al iets met de bodemkaarten en inzichten gedaan? Waar loop je tegenaan?’ Daarom is ons team ook aan het uitbreiden in België. Je moet mensen het gevoel geven dat ze er niet alleen voor staan.”
Tekst: Seppe Deckx
Beeld: Seppe Deckx en Syngenta