Frankrijk heeft recentelijk de koers bijgesteld als het gaat om het uit de handel nemen van werkzame stoffen voor gewasbescherming. Waar het eerder voorop liep in Europa, wil Frankrijk nu meegaan met de besluiten die door de Europese Commissie zijn genomen op dit gebied.
Ook is besloten te anticiperen op deze stappen door de ontwikkeling van alternatieve oplossingen proactief en planmatig aan te pakken.
Wat heeft men daarbij op het oog?
Het doel is te anticiperen op het uit de handel nemen van de meest zorgwekkende werkzame stoffen en een alternatief te bieden. Het idee is het aanbod van nieuwe oplossingen voor de boeren te verruimen, en hen zo alternatieven voor hun gewasbescherming te bieden.
Het plan is begin mei gezamenlijk gelanceerd door de minister van Landbouw en Voedselsoevereiniteit, Marc Fesneau, de minister van Hoger Onderwijs en Onderzoek, Sylvie Retailleau, de minister van Ecologische Transitie en Territoriale Cohesie, Christophe Béchu en de minister van Territoriale Organisatie en Gezondheidszorg, Agnès Firmin Le Bodo.
Het ministerie van Landbouw en Voedselsoevereiniteit heeft werkgroepen opgericht voor elk van de zeven vastgestelde sectoren: akkerbouw met granen, olie- en eiwithoudende gewassen, suikerbieten, aardappelen, groenten en fruit, aromatische en geneeskrachtige planten, wijnbouw, sierteelt, zaaigoed, tropische gewassen, in de Overzeese gebieden, alsmede een groep biologische gewassen.
Deze werkgroepen, onder leiding van het directoraat-generaal Voeding (DGAL) van het ministerie van Landbouw en Voedselsoevereiniteit, moeten eerst de mogelijke knelpunten op korte, middellange en lange termijn in kaart te brengen.
Een stappenplan om tot oplossingen te komen
De eerste stap is om het Europese tijdschema voor het uit de handel nemen van werkzame stoffen met de sectoren te delen en zich te richten op de meest bedreigde toepassingen. Tegelijkertijd moet de reeks beschikbare alternatieven worden geïnventariseerd en hun doeltreffendheid geanalyseerd. Tot slot moet zijn bekeken hoe deze alternatieve producten in te zetten. Voor andere alternatieven geldt dat er intensief onderzoek verricht zal moeten zijn. Gelden hiervoor komen uit het investeringsfonds van de Franse overheid, France 2030.
Om dit te kunnen doen worden Franse technische instituten en onderzoeksinstellingen, zoals ANSES en INRAE, hierbij betrokken in samenwerking met deskundigen van het directoraat-generaal Voeding (DGAL). Op deze manier wil met tot chemische en niet-chemische alternatieve technieken komen.
Nieuwe aanpak
Deze nieuwe aanpak, die gebaseerd is op meer anticipatie op het uit de handel nemen van stoffen, op innovatie en op ondersteuning van de boeren, is ook opgezet om een verandering van praktijken aan te moedigen. Dit actieplan is het eerste onderdeel van het door de regering aangekondigde plan Ecophyto 2030, dat in september 2023 in zijn geheel aangekondigd zal worden.
In het kader van dit plan is er nu ook een oproep tot het indienen van projectvoorstellen ter waarde van 6,25 miljoen euro gelanceerd: deze oproep is gericht op projecten die de ontwikkeling van niet chemische alternatieven voor het gebruik van herbiciden beogen, gericht op de prioriteiten per sector.
Bron: Agroberichten Buitenland