Dat bloemrijke akker- en oeverranden met een zeer divers palet aan bloemen en planten bijdraagt aan minder inzet van gewasbescherming blijkt in de praktijk bij de Dordrechtse akkerbouwer Jan Willemsens. Hij gebruikt al achttien jaar geen insecticiden meer. Omdat zijn percelen strak aan Dordrecht grenzen, een stad met honderdtwintigduizend inwoners, komt er regelmatig een inwoner langs natuurlijk. Willemsens: “Vaak hebben ze vragen over het boerenleven en die beantwoord ik altijd.”
De teler uit Dordrecht vindt, ondanks dat hij al geruime tijd geen gewasbescherming inzet, toch geen trips in de uien en vrijwel geen luizen in zijn suikerbieten. “De vele gaas- en zweefvliegen en alle andere insecten in de brede akkerranden die ik heb helpen mij bij de bestrijding van plagen. Als de luizen actiever worden, expanderen ze wel, maar de populatie wordt nooit heel groot.” Zelfs met een taai insect als de coloradokever loopt het niet uit de hand. De oorzaak daarvan is niet duidelijk, maar het blijft volgens Willemsens vaak bij één groep keverlarven op één aardappelplant en verder vrijwel niet.
Luizen op zijn bieten ziet hij ook weinig. “Je moet wel zorgen voor genoeg diversiteit in je bloemensoorten en ik heb naast akkerranden ook twee hectare oeverranden met volop natuur. In al deze natuur die mijn percelen dooraderen zitten volop natuurlijke vijanden van de plaaginsecten. Ik noem ze altijd ‘mijn natuurlijke vriendjes’, want voor plaaginsecten zijn het vijanden, maar voor mij zijn het mijn vrienden.” Ook op de andere percelen, zoals het net aangelegde perceel met één hectare walnotenbomen, wemelt het van de natuur en insecten.
Wel gewasbescherming tegen schimmels
Willemsens zet wel gewasbescherming in tegen schimmels zoals phytophthora en ook tegen onkruid, maar zijn acceptatie van onkruid is wel (veel) groter dan bij veel collega akkerbouwers. “Hier en daar een onkruidje is niet erg, daar lijdt het gewas niet van. Ik ben overigens niet van de mechanische onkruidbestrijding, dat kost zo veel arbeid, dan zet ik liever een geschikt middel in. Als akkerbouwers in Nederland moeten wij wel onze gewassen, indien nodig, kunnen beschermen. Ik hoor dat veel biologische collega’s nu ontheffingen vragen om te mogen spuiten, omdat ze door de (weers)omstandigheden nu ook in de problemen komen. Zo zie je maar, helemaal zonder gewasbescherming kunnen we niet.”
En het is soms ook een kwestie van geluk, volgens Willemsens. Door het pas laat kunnen planten van het pootgoed kwam het loof natuurlijk ook pas veel later. En dat betekende in zijn geval dat hij minder last van phytophthora had. “Het ene zit mee en het andere weer tegen. In mijn plantuien had ik juist veel last van valse meeldauw, omdat net in die tijd de groei van de uien het hoogst was en de ziektedruk het grootst.”
Ouderlijk bedrijf zat ingeklemd
Het akkerbouwbedrijf van Jan Willemsens ligt ingeklemd tussen Dordrecht (de Oude Zeedijk) en de Brabantse en Zuid-Hollandse Biesbosch. Hij is een van de 27 boeren op het Eiland van Dordrecht. Hij nam het ouderlijk bedrijf in 1997 abrupt over, omdat zijn vader op 62-jarige leeftijd overleed. Op het moment
van overname in dat jaar had familie Willemsens 56 hectare, een deel eigendom en een deel erfpacht. Ze zaten in die tijd nog aan de andere kant van de Oude Zeedijk, wat nu dus inmiddels een nieuwe wijk van Dordrecht is.
De gronden waar de Zuid-Hollandse akkerbouwer op teelt zijn best bijzonder, omdat het een mengsel is van zowel zee- als rivierklei. “Dat komt omdat deze gronden in de Middeleeuwen overstroomden door de zee. Aan de andere kant monden de rivieren hier ook uit, dus vandaar een mengsel. De delen met zeeklei bevatten meer kalk. De afslibbaarheid van het mengsel ligt tussen de twintig en zestig procent.”
In 2010 moest Willemsens verplaatsen omdat Dordrecht ging uitbreiden. “Omdat ik natuurlijk al wist wat er komen ging, had ik al veel hectares aan deze kant van de Oude Zeedijk gekocht. Na een vergunning traject van twee jaren hebben wij ook een nieuw woonhuis kunnen bouwen en een nieuwe bewaar- en machineloods.” Omdat hij verplaatste kon Willemsens akkerbouwgrond aankopen en inmiddels heeft hij honderd hectare in eigendom.
Verenging BoerEnGroen
In de nieuwe bewaarloods is ruimte voor 2.100 ton aardappelen en uien los gestort. De suikerbieten slaat hij meestal op het erf op of in de polder. het koolzaad en graszaad slaat hij op in kisten. Het koolzaad wordt geteeld door leden van de verenging BoerEnGroen (waar de akkerbouwer lid van is), maar is opgeslagen bij Willemsens. Als het graszaad nagedroogd moet zijn, dan gebruikt hij hiervoor de uiencel. Van het koolzaad perst hij koolzaadolie die hij aan huis verkoopt.
“Dat komt zo: de agrarische vereniging BoerEnGroen had vier jaar geleden een project waarbij koolzaad tot olie geperst werd. Ik heb besloten om aan dit gezamenlijke project mee te doen en te beginnen met de verkoop van dit product aan huis. Jongelui die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben, vullen de flesjes voor ons, dus het is ook nog een sociale bezigheid. Dat ik iets voor de maatschappij kan betekenen door zo’n doelgroep hier te laten werken, dat vind ik leuk en het geeft ook nog eens een goed gevoel.”
Multifunctionele frietaardappel
Zijn vader teelde de aardappelrassen Bintje, Agria en Bildstar, maar Willemsens koos voor Lady Anna’s. Hij teelt er 17,5 hectare van. “Die zijn gewoonweg veel lekkerder en de markt vraagt erom. En het is een multifunctionele frietaardappel. Ik merk dat mijn kopers, ook aan huis, dit ras waarderen. Het is een aardappel met een mooie vorm, mooie kleur en dunne schil.” Vorig jaar verkocht Willemsens zo’n één hectare aardappelen aan huis. Een kilo kost de klant zestig eurocent. “Ik verkoop wel in zakken van 25 kilogram, anders is het geen doen.” Naast aardappelen verkoopt hij aan huis onder meer koolzaadolie, uien, pakjes hooi en stro en diverse soorten bonen (bijvoorbeeld kidneybonen)
Meestal teelt Willemsens ieder jaar tussen de vijftien en zeventien hectare frietaardappelen in een rotatie van één-op-vijf. Zijn vader teelde naast de gewassen die Willemsens nu teelt, ook witlofpennen. “Maar met die teelt ben ik gelijk gestopt, want dat is veel te arbeidsintensief. Op die hectares ben ik plant-en zaaiuien gaan telen. Ook vanwege het hoge saldo.” Zo’n vijftien jaar geleden teelde de akkerbouwer nog veel erwten en suikermais, maar hij is overgestapt op sperziebonen omdat de genoemde teelten naar Oost-Europa verhuisden. De sperziebonen gaan naar Oerlemans.
Discussies niet uit de weg
De weg naar het akkerbouwbedrijf van Willemsens ligt aan een zogeheten ‘Eigen weg’. Dat komt omdat de weg eigendom is van de poldereigenaar. Er staat dus ook ‘Verboden toegang, behalve bestemmingsverkeer’. En omdat zijn percelen strak aan Dordrecht grenzen komen er dan natuurlijk regelmatig inwoners langs. De meesten komen met de auto om verse producten bij de akkerbouwer te kopen, een enkeling op de fiets.” Net als zijn vader, die in principe op de oude locatie ook al in de stad boerde, maakt de akkerbouwer natuurlijk altijd een praatje met de klanten. Natuurlijk waren er de afgelopen jaren vaak vragen over stikstof, of dat nou echt zo’n groot probleem is. “Maar ze stellen
bijvoorbeeld ook vragen over gewasbescherming, bemesting, waarom ik niet biologisch ben, van alles eigenlijk wat met het boerenleven te maken heeft of in de media speelt.
Zo vroegen ze vorig jaar of ik de aardappelen niet voor 1 oktober van het land moest halen. Je legt dan uit dat kalenderlandbouw niet werkt en dat ik in mijn geval dat sowieso niet hoef te doen, omdat ik op kleigronden teel. Veel stadsmensen zeiden ook dat ze ook niet snappen waarom de overheid zo’n regel instelt. Je kunt pas oogsten als de omstandigheden, vooral qua weer, het toelaten. Zelfs stadsmensen snappen dat.”
Tekst en beeld: Dick van Doorn
Ontvang de Akkerbouwkrant gratis thuis op de mat
Dit, en vele andere verhalen recht uit het veld, lees je in de Akkerbouwkrant. Wil je ook de mooiste artikelen en reportages thuis op de mat?
De Akkerbouwkrant verschijnt zes keer per jaar met elke uitgave een verdiepend thema. De Akkerbouwkrant is semi-redactioneel en brengt positieve artikelen uit de markt. Met diverse reportages en praktijkervaringen komt de akkerbouwer aan het woord.
Klik hiernaast of ga naar akkerbouwbedrijf.be/abonneren voor alle mogelijkheden.