Steeds meer eiwitrijke gewassen vinden hun weg naar Nederlandse en Belgische gronden. Vanuit de consument neemt de vraag naar eiwitrijke producten toe, maar ook voor telers kan het interessant zijn om deze gewassen toe te voegen aan het bouwplan. Deze teelten hoeven namelijk geen hogere wiskunde te zijn. Wel is het zo dat ze bijdragen aan het verbeteren van de bodemstructuur én de deuren opent naar duurzame teeltsystemen. Eén van deze nieuwe gewassen is quinoa. “Robuust en weerbaar gewas met redelijk stabiele opbrengste”
Quinoa valt onder de groep pseudo-granen. Deze planten hebben een vergelijkbare groeicyclus als granen, maar de gevormde korrels zijn zaden. Dit maakt het een glutenvrij product dat kan worden ingezet voor humane consumptie. De meeste quinoa wordt geïmporteerd uit Zuid-Amerika en sinds 2014 wordt dit gewas ook geteeld in Nederland en België. Quinoa blijkt het goed te doen in dit klimaat.
Geen moeilijke teelt
De teelt van quinoa vraagt om weinig aanpassingen aan het machinepark. Voor het zaaien kan gebruik worden gemaakt van precisiezaaimachines, die ook kunnen worden ingezet voor reguliere teelten, zoals uien, maar andere zaaimachines zijn ook geschikt.
De meeste quinoa is in rijen geteeld, wat mechanische onkruidbestrijding makkelijk maakt. “Dit jaar kozen al onze telers, op één na, voor het zaaien in rijen. Hierdoor kan je gemakkelijker onkruid verwijderen in het voorjaar. Het geeft een schoner perceel, waardoor in de verwerking minder onzuiverheden, zoals onkruidzaden hoeven te worden verwijderd. Daarnaast ligt de opbrengst dan ook hoger”, legt Tim Scholten, teeltbegeleider van GreenFood50 uit, het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de quinoateelt in de Benelux. Later in het seizoen neemt een uitgebreid wortelstelsel in combinatie met een dicht bladerdak de kansen voor onkruiden weg. “In het voorjaar dien je er dicht op te zitten als het gaat om mechanische onkruidbestrijding, maar later in het seizoen is het een vrij gemakkelijke teelt.
Goed bestand tegen droogte en verzilting
Quinoa is goed bestand tegen droogte en verzilting, heeft zelden beregening nodig en kan op meerdere grondsoorten worden geteeld.” Gedurende het seizoen doorlopen de planten een bloeiperiode, waarbij pluimen worden gevormd die de zaden bevatten. Tijdens de zomer rijpen deze pluimen, waarbij de zaden verharden en een bekende gele of rode kleur krijgen. De meeste quinoa is eind augustus geoogst, wanneer de planten oogstrijp en droog genoeg zijn. Bij de oogst worden reguliere combines ingezet, waarbij geen speciale uitrustingsstukken nodig zijn. De opbrengst ligt gemiddeld rond de drie ton per hectare. Extreem sterke schommelingen, zoals bij andere eiwitrijke gewassen als veldbonen, kent quinoa niet. “Over het algemeen geven de Nederlandse rassen redelijk stabiele opbrengsten. In een extreem jaar, met een zeer nat en koud voorjaar, als 2024 zagen we natuurlijk bij sommige telers lagere opbrengsten, maar dat geldt ook voor andere gewassen.”
Geen dure teelt
En is deze teelt financieel gezien een beetje interessant? Scholten legt uit dat het over het algemeen geen dure teelt is. “Het zaaigoed is relatief goedkoop en de opstartkosten liggen niet hoog, doordat je kunt werken met je huidige machinepark. Het verschilt per bedrijf en perceel hoeveel tijd er nodig is voor mechanische onkruidbestrijding. Hier kan natuurlijk geld in gaan zitten, maar over het algemeen vallen de kosten mee. Als het gewas eenmaal dicht staat, heeft het niet veel meer nodig.” Daarbij kan het teeltsysteem voor biologische en gangbare quinoa één op één worden overgenomen. Er zijn namelijk geen gewasbeschermingsmiddelen toegelaten voor dit gewas. Volgens Scholten vormt dit weinig problemen: “De infectiedruk ligt laag voor quinoa, dus de pesticiden worden op dit moment niet gemist.” Daar komt bij dat zeventig procent van de Nederlandse quinoa sowieso al biologisch wordt geteeld.
Sterk Nederlands quinoa-ras
Voor de teelt in Nederland en België worden nieuwe quinoa rassen gebruikt die sinds 1990 veredeld zijn door Wageningen University & Research. Er worden momenteel twee kleuren quinoa geteeld: wit en rood. Deze rassen zijn aangepast aan het lokale klimaat, hebben eigenschappen als een snelle opkomst, stevige stengel en goede pluim, die belangrijk zijn voor de quinoateelt in de Benelux. Ook bevatten deze nieuwe rassen een laag saponine-gehalte van minder dan 0,11 procent. Deze bittere stof is in traditionele rassen in grote hoeveelheden aanwezig, waardoor de quinoa een extra verwerkingsstap dient te ondergaan, waarbij de zaden worden gepolijst. Bij de Nederlandse quinoa is dit overbodig. Dit bespaart tijd en water in de verwerkingsindustrie, maar zorgt er ook voor dat de voedingswaarde van deze zaden hoger blijft en het product volkoren is.
GreenFood50 is in de Benelux de exclusieve licentiehouder voor de Wageningse quinoa rassen. Na het oogsten van de zaden, wordt de quinoa verwerkt door GreenFood50. De zaden worden ingezet voor humane consumptie of verder verwerkt tot bijvoorbeeld meel, vlokken (geplette quinoa) en crisps. In deze vorm kan quinoa de voedingswaarde van producten verhogen en bijdragen aan de structuur van voedingsmiddelen. Denk hierbij aan plantaardige en glutenvrije producten of hoogwaardige voeding voor sporters, ouderen en jonge kinderen vanaf zes maanden leeftijd.
Handvaten in de praktijk
GreenFood50 biedt nieuwe en bestaande quinoatelers een helpende hand, want hoe ziet een gezonde quinoaplant eruit? En wanneer is het klaar om het land af te gaan? Hiervoor heeft GreenFood50 een uitgebreide teelthandleiding opgesteld, wat onder andere het geschikte zaaimoment, de groeicyclus en het oogstmoment bevat. Het is in de vruchtwisseling bijvoorbeeld belangrijk om quinoa niet te telen op een perceel met tarwe als voorvrucht, want hierbij is de kans aanwezig dat er nog tarwekorrels achter zijn gebleven op het perceel. Een partij kan hierdoor onbruikbaar worden, omdat het product niet langer glutenvrij is. Ook zijn hier foto’s in opgenomen, zodat telers een beeld krijgen van de groeicyclus van quinoa.
Tijdens het teeltseizoen worden de telers door GreenFood50 ondersteund, bijvoorbeeld met teeltbezoeken. Afgelopen seizoen lag het quinoa-areaal in de Benelux op ongeveer 170 gecontracteerde hectares bij 22 telers. Steeds meer telers kiezen ervoor om deze teelt te proberen. De komende jaren verwacht GreenFood50 dan ook dat het areaal zal stijgen naar vijfhonderd hectare. “Vanuit de consument is er veel vraag naar dit soort producten. Veel quinoa komt nu nog uit ZuidAmerika, maar veel van deze partijen worden afgekeurd, omdat de alsmaar strengere Europese kwaliteitsnormen niet worden gehaald. Een Nederlands ras is een mooie oplossing, waarbij duurzame en gezonde gewassen van eigen bodem komen.”
Mooie aanvulling op ons bouwplan
Eén van de Nederlandse telers is Willem Remijnse, akkerbouwer in Kraggenburg. Op zijn biologisch akkerbouwbedrijf De Zeebodem Hoeve teelt hij sinds drie jaar quinoa samen met zijn vrouw Elly en zoon Ton. Dit jaar bestond acht hectare van hun landbouwgrond uit quinoa. “We wilden graag weer eens iets nieuws proberen op ons bedrijf”, vertelt Remijnse. “Quinoa sprak ons aan, omdat het een duurzame teelt is. Als we dit gewas hier kunnen verbouwen, hoeft er minder quinoa uit het verre Zuid-Amerika te worden geïmporteerd.
Daarnaast past dit gewas goed bij warmere en drogere zomers, die we waarschijnlijk steeds vaker zullen krijgen. Ook draagt het uitgebreide wortelstelsel bij aan de structuur van onze bodem.” De foto’s bij dit artikel zijn gemaakt tijdens de oogst (29 augustus) op één van hun percelen in de omgeving van Kraggenburg. De akkerbouwers zijn positief over deze nieuwe teelt, wel levert het wat meer handwiedwerk op dan verwacht. “Al met al is het een goede aanvulling op de andere gewassen in ons bouwplan.”
Gezond product van eigen bodem
Quinoa is rijk aan eiwitten, wat het van nature een gezond product maakt, maar ook inzetbaar als ingrediënt in andere voedingsproducten voor sporters, kinderen en ouderen. Daarnaast is quinoa vrij van gluten en andere EU-14- allergenen. Naast de hoge eiwitgehaltes is quinoa rijk aan onverzadigde vetzuren, zoals omega 3, 6 en 9, en bevat het veel vitaminen en mineralen. Door lokaal te telen kan quinoa gemakkelijker aan de Europese kwaliteitsnormen voldoen. Ook kan de CO2-footprint met zestig procent worden verlaagd in vergelijking met geïmporteerde quinoa. Deze waarde geldt voor gangbare teelten. Bij biologische teelt ligt de reductie op veertig procent.
Tekst: Kim Sjoers
Beeld: Esmee Groot Roessink
Ontvang de Akkerbouwkrant gratis thuis op de mat
Dit, en vele andere verhalen recht uit het veld, lees je in de Akkerbouwkrant. Wil je ook de mooiste artikelen en reportages thuis op de mat?
De Akkerbouwkrant verschijnt zes keer per jaar met elke uitgave een verdiepend thema. De Akkerbouwkrant is semi-redactioneel en brengt positieve artikelen uit de markt. Met diverse reportages en praktijkervaringen komt de akkerbouwer aan het woord.
Klik hiernaast of ga naar akkerbouwbedrijf.be/abonneren voor alle mogelijkheden.