In landbouwwereld is de naam Breston zeker zo bekend als de plaats Nieuwe-Tonge op het Zuid-Hollandse Goeree-Overflakkee, waar het is gevestigd. De fabrikant heeft zich sterk gespecialiseerd op in- en uitschuurlijnen, niet alleen voor de landbouw maar ook ver daarbuiten.
Specialist in speciaalbouw
Wat opvalt is dat het bedrijf zich heeft gespecialiseerd in maatwerk. Als voorbeeld zegt sales engineer Jan Abresch: “We bieden meer dan driehonderd opties op de stortbakken, en als we een optie niet in het pakket hebben, dan zorgen we dat ie er komt, dat zit in ons DNA.” Voor de afzet heeft Breston geen dealers, maar ze noemen het een netwerk van wederverkopers. Dat betekent dat deze wederverkopers de vrijheid hebben om er ook andere merken naast te verkopen, of zoals Abresch het zegt: “een open samenwerking waarbij de verkoper de mogelijkheid heeft om naast de onze ook andere merken aan te prijzen. Die vrijheid maakt dat de verkoper een objectief en goed verhaal over de machine kan houden, daardoor kan de klant objectief shoppen, vergelijken en ervaringen uitwisselen.”
Als speciaalbouwer probeert Breston seriematig te werken, maar om flexibel te blijven maken ze de series ook weer niet te groot om zo de balans te houden tussen prijs en kwaliteit. “Bij de hallenvullers beginnen ze met een bandbreedte van tachtig centimeter, maar ze zien een duidelijke opschaling in de landbouw naar bandbreedtes van één meter met een capaciteit van meer dan driehonderd ton per uur. Maar dat is niet de grens, voor industrieel gebruik in de havens gaan ze al tot 1.400 ton per uur. Bij de stortbakken geldt hetzelfde, het instapmodel is 2,50 meter breed, maar de bredere 2,80 brede stortbak wordt al steeds meer de standaard in combinatie met een meter brede inschuurlijn. Maar breder is ook mogelijk, de 3,00 en de 3,20 uitvoeringen vallen onder de categorie speciaalbouw, dat geldt ook voor de lengte van de stortbak.”
Krimpen met stikstof
De langere machines gaan altijd op de wens van de klant. Naar wens kunnen zowel gladde rollen als spiraalrollen zijn gemonteerd. Deze eigen spiraalrollen zijn door Breston zelf ontwikkeld en gaan tot drie meter breed. Bijzonder hieraan is dat er niet aan de rol worden gelast, maar dat met behulp van stikstof de assen er in zijn gekrompen, waardoor de rol niet krom gaat trekken en dat ze zo het eindproduct recht kunnen houden en dat ze met bredere rollen kunnen werken. Nog een Breston specialiteit is dat ze voor het reinigen van de rollen deze sneller kunnen laten draaien in omgekeerde richting, daardoor vliegen grondresten terug de bunker in. “Dit zijn innovaties die je niet van de buitenkant ziet, maar waarmee de klant wel een beter eindproduct krijgt”, zegt Abresch.
Vierhonderd jaar familiegeschiedenis
Jan Abresch is de vierde generatie van het familiebedrijf Breston, wat een samenvoeging is van de naam Abresch en de plaats Nieuwe Tonge. Abresch vertelt dat de familie al ruim vierhonderd jaar in het smidsvak zit. Net als veel fabrikanten ooit begonnen als dorpssmederij in het nabijgelegen Oude Tonge. De plaatselijke smid Abresch had drie zonen en er was maar plaats voor twee. De jongste zoon Joost wilde ook verder in het vak en begon een eigen smederij in het buurdorp Nieuwe Tonge en van hieruit ontstond het huidige Breston.
Er is begonnen met het standaardwerk van die tijd, paarden beslaan en ijzeren hoepels krimpen om houten wielen. Al snel werden er ook wagens gebouwd, eerst houten wagens en daarna stalen wagens, gevolgd door kippers. De smid groeide met de praktijk mee. De kippers kregen gezelschap van de transportbanden en als snel volgden ook de boxenvullers, die inmiddels alweer zijn opgevolgd door de hallenvullers, momenteel een van de belangrijkste producten van Breston naast de stortbakken en duobanden.
Tussendoor is Breston nog een tijd Porsche trekkerdealer geweest. De kippers waren erg populair, die kwamen op in die tijd, maar dat was ook collegafabrikanten niet ontgaan, zodat de markt vol liep met kippers en er maar weinig meer aan viel te verdienen. Dat was de aanleiding om er 2002 een punt achter te zetten. De markt voor de inschuurlijnen bleef goed lopen en gaandeweg werd het assortiment steeds breder, en reikte tot buiten de landbouw. Maar wat ingeschuurd wordt, moet er ook een keer weer uit en zo kwam Breston als één van de eersten op de markt met opschepmachines.
Havenvullers
In de jaren zeventig viel het oog van Jan Rijsdijk op de inschuurlijnen van Breston. Rijsdijk werkte in de havens en zag de mogelijkheden om er in de havens schepen mee te laden. Daarop werd er een ponton genomen, daar een trechter op gezet, band er onder met een hallenvuller en zo ontstond een drijvend overlaadstation waarmee men zogenaamd boord-boord overslag kon verzorgen, van het ene schip in de andere. Voor Breston was dit een mooie aanvulling en het verbreedde de basis van het bedrijf. Als het in de ene sector wat stroever gaat, is er altijd nog de andere sector.
De verhouding landbouw-industrie is globaal half om half, maar het kan ook dertig-zeventig procent zijn en een volgend jaar net andersom. Feit is wel dat Breston zich sterk heeft gespecialiseerd in stortbakken en inschuurlijnen, van boerenformaat tot grote hallenvullers voor in de havens met een capaciteit tot ver over de duizend ton per uur.
Tekst en beeld: Hendrik Begeman