Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir verlengt de uiterste inzaaidatum van vanggewassen na groenten en uien tot 15 oktober en na mais en late aardappelen tot 31 oktober. Door het natte voorjaar konden die teelten pas later geplant worden en ligt het zwaartepunt van de oogst na de uiterste inzaaidata zoals opgenomen in de wetgeving.
“Omdat groenten en uien door het natte voorjaar laattijdig gezaaid en bijgevolg later geoogst kunnen worden, verlengen we voor die teelten de periode om vanggewassen in te zaaien van 15 september tot 15 oktober en voor mais en aardappelen van 15 oktober tot 31 oktober”, zegt Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir.
Groenten later geoogst
Heel wat uien, pompoenen maar ook kolen en andere groenten zullen pas later geoogst kunnen zijn. Groenten kennen sowieso al gespreide plantschema’s, maar dit jaar is een groter deel later geplant. De verlenging van de inzaaiperiode van 15 september geldt voor uien en alle groenten van groep I, groep II en groep III.
Aardappelen en mais
Hetzelfde geldt voor aardappelen en mais. Op basis van gegevens van de proefcentra blijkt dat de voedingswaarde van mais nog maar op 22 procent zit, terwijl minstens 33 procent nodig is om voldoende voedingswaarde te hebben voor het rundvee. De oogstpiek voor maïs wordt dan ook pas verwacht in de periode 10-25 oktober. De late aardappelen hebben gemiddeld een groeiachterstand van 24 dagen. Het inzaaien van een vanggewas voor 15 oktober is ook voor dat gewas daarom onhaalbaar.
Zaai vanggewassen zo snel mogelijk na de oogst
De verplichte inzaai van vanggewassen in de gebiedstypes 2 en 3 is een van de gebiedsgerichte maatregelen om de waterkwaliteit in die gebiedstypes te verbeteren. Ze nemen een deel van de reststikstof op die achterblijft in de bodem na de oogst en zijn dus een goede landbouwpraktijk. “Daarom roepen we landbouwers op om, als de omstandigheden het toelaten, de vanggewassen zo snel mogelijk in te zaaien zodat ze zoveel mogelijk stikstof kunnen opnemen”, laat Demir nog weten. “Hoe vroeger dat bovendien gebeurt, hoe beter ook voor de bodemstructuur.”
Om te kunnen meetellen voor de vanggewasverplichting, moeten vanggewassen correct aangegeven zijn in de verzamelaanvraag. Dat kan nog tot uiterlijk 31 oktober.
Kies voor een equivalente maatregel
Landbouwers die hun doelareaal niet met vanggewassen maar met een equivalente maatregel willen realiseren, kunnen nog kiezen voor de equivalente maatregel ‘wintergranen of wintervlas na een nitraatgevoelige hoofdteelt’ of ‘afvoer oogstresten’. Die kunnen nog aangevraagd zijn tot 31 oktober en zijn een waardig alternatief voor de vanggewassen. Equivalente maatregelen dragen net zoals vanggewassen bij aan een betere water- en bodemkwaliteit. Meer info over deze equivalente maatregelen vindt u op de website van de VLM.
Let wel: voor landbouwers die hun akkerbouwpercelen nog na het oogsten van een niet-nitraatgevoelige hoofdteelt bemest hebben met type 2 meststoffen (tot uiterlijk 31 augustus) blijven de voorwaarden van de uitrijregeling van toepassing. In die situatie moet het vanggewas toch uiterst 15 september ingezaaid worden.
Individuele communicatie
Elke betrokken landbouwer, die gronden heeft in gebiedstype 2 en 3 zal persoonlijk geïnformeerd zijn via de berichtenbox op het Mestbankloket over de verlenging van de inzaaidatum van de vanggewassen.
Bron: Vlaamse Landmaatschappij