Het graanareaal in de EU daalt naar verwachting van 50,3 miljoen hectare in 2024 naar 49,8 miljoen hectare in 2035. Dit komt door een lagere vraag naar veevoer en onzekerheden die de teelt van deze gewassen kunnen ontmoedigen. Denk bijvoorbeeld aan prijzen van zaad, kunstmest en gewasbescherming. Ook een minder goede waterhuishouding speelt een rol. Dit stellen analisten van de EU in de onlangs verschenen EU Agricultural Outlook.
Zowel het areaal tarwe als maïs daalt met ongeveer 1,4 procent, Het oppervlakte met andere granen, zoals rogge, haver, sorghum en triticale daalt met ongeveer 1,2 procent, terwijl gerst slechts marginaal afneemt met 0,1 procent. Er kan een verschuiving optreden in de teelt van sommige granen van Zuid- naar Noord-Europese landen vanwege veranderende klimaatomstandigheden.
Doordat er minder koolzaad gaat worden geteeld, daalt het totale areaal oliehoudende zaden. Dit komt door veranderingen in levensstijl die leiden tot een hogere vraag naar plantaardige eiwitten. Ook EU-beleidsmaatregelen die de productie van eiwitgewassen ondersteunen, spelen een rol.
Het areaal peulvruchten neemt naar verwachting toe tot 2,3 miljoen hectare in 2035. Dit is een stijging van 4,5 procent ten opzichte van 2022-2024. Het areaal sojabonen neemt toe tot 1,2 miljoen hectare in 2035. In 2022-2024 was dit gemiddeld 1,1 hectare. Het areaal zonnebloemen neemt slechts marginaal toe, met 0,6 procent ten opzichte van 2022-2024, zo verwachten de analisten van de EU. De oppervlakte koolzaad neemt naar verwachting af tot 5,4 miljoen hectare in 2035. In 2022-2024 was dit nog zes miljoen hectare. De daling is het gevolg van minder gebruik van biobrandstoffen.
Kleine opbrengststijgingen
De opbrengsten van granen in de EU stijgen naar verwachting slechts marginaal en blijven tegen 2035 grotendeels stabiel vergeleken met 2022-2024. Innovaties en rassenverbeteringen hebben een positieve invloed op de opbrengst. Veranderende weerspatronen en vaker voorkomende extreme weersomstandigheden kunnen echter een negatieve stempel drukken op de opbrengsten. Dit geldt ook voor stijgende prijzen van bijvoorbeeld kunstmest. Stijgende prijzen kunnen gebruik ontmoedigen en dat heeft invloed op de opbrengst.
Productie per graansoort
De totale graanproductie in de EU bedraagt naar verwachting 273,8 miljoen ton in 2035, Dit is een stijging van 1,1 procent ten opzichte van 2022-2024.
De productie van maïs ligt in 2035 naar verwachting op 63,2 miljoen ton, terwijl de productie van gerst naar verwachting 51 miljoen ton zal zijn. De marginale verbetering in de opbrengsten van maïs en gerst zal waarschijnlijk de lichte afname van het areaal compenseren.
De productie van tarwe blijft naar verwachting stabiel nadat deze zich herstelt van de productiedaling in 2024. De verbetering in opbrengsten zal de lichte afname van het areaal grotendeels compenseren.
De productie van durumtarwe neemt naar verwachting met twee procent toe ten opzichte van 2022-2024. Dit compenseert de lichte daling in de productie van zachte tarwe (-1 procent ten opzichte van 2022-2024) gedeeltelijk.
Consumptie, handel en export
Gebruik van granen als diervoeder in de EU neemt naar verwachting af tot 152,3 miljoen ton in 2035. Dit is een daling van 1,7 procent ten opzichte van 2022-2024.
Tegelijkertijd zal de totale menselijke consumptie van granen naar verwachting stabiel blijven rond 60,2 miljoen ton in 2035.
Wat betreft handel: de export van tarwe, gerst en maïs bedraagt in 2035 naar verwachting 54,3 miljoen ton bedragen. Dit is een stijging van 9,5 procent ten opzichte van 2022-2024. De netto-export van zachte tarwe en gerst blijft naar verwachting gelijk: respectievelijk 30,6 miljoen ton en 11,2 miljoen ton in 2035, zo is de verwachting van de EU.
De EU Agricultural Outlook
De EU Agricultural Outlook geeft een middellange termijn-verwachting voor de landbouwmarkten en -inkomens in de EU tot 2035. Het rapport is gebaseerd op macro-economische aannames en marktverwachtingen. Daarnaast wordt rekening gehouden met het EU Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en bestaande handelsakkoorden. Het rapport vormt een basis voor verdere beleids- en scenarioanalyses, maar het is geen exacte voorspelling van marktontwikkelingen. Dit vanwege onzekerheden zoals klimaatverandering en geopolitieke ontwikkelingen.
Tekst: Gerben Hofman