Van NIR-sensoren en satellietbeelden tot aan grondmonsters. De Groningse akkerbouwer Hein Waalkens doet er als echte granenteler alles aan om een goede oogst van het land te krijgen. Toch blijft er één factor onvoorspelbaar, maar wel cruciaal: Het weer. Vorig jaar had Waalkens de slechtste oogst in dertig jaar tijd. Nu ziet het er allemaal veel gunstiger uit.
Door het droge weer op deze 25ste juli hangt er om de Claas Lexion 660, waar de Groningse akkerbouwer Hein Waalkens mee aan het oogsten is, een wolk van stof en kaf. Het is perfect oogstweer volgens de goedgemutste akkerbouwer. En de opbrengsten zien er veelbelovend uit. Waalkens: “Vorig jaar was dat wel anders, toen hadden wij de slechtste oogst in dertig jaar tijd. Gelukkig waren de prijzen toen wel goed, anders hadden we een slecht jaar gehad.”
Op de ochtend van het interview is de Groningse akkerbouwer een perceel van 31 hectare aan het oogsten van het totale areaal van 156 hectare, die hij vorig jaar met wintertarwe ingezaaid heeft. De 28 hectare wintergerst die hij had staan was op 12 juli allemaal geoogst en de 35 hectare koolzaad is er sinds 23 juli ook al af. Met opbrengsten van gemiddeld 11 ton per hectare wintergerst en 5,5 hectare koolzaad is Waalkens erg blij. “En de prijzen zijn ook goed, dus weinig om over te klagen.” Dat familie Waalkens echte granenakkerbouwers zijn heeft ook te maken met de afslibbaarheid van de zeeklei van hun percelen. Die ligt tussen de 60 en 65 procent, waardoor ze bijna ook alleen maar ‘boven de grond’ kunnen telen.
Mei en juni 2021 erg nat
De oogstdag begint voor Hein, zijn zoon Albert en de broer van Hein, Lenus Waalkens, al om klokslag zeven uur. Vanaf die tijd zijn ze druk bezig met het doorsmeren van de Claas Lexion 660. Verder wordt alles goed gecontroleerd of het goed functioneert en worden het luchtfilter en radiateur schoongemaakt. Daarna gaan ze naar het land en beginnen met oogsten. Zoon Albert en nichtje Geerdine rijden heen en weer met de tractoren met de kiepers erachter. In de cabine van de combine legt Waalkens uit waarom het vorig jaar zo’n slechte oogst was. “De maanden mei en juni vorig jaar waren erg natte maanden. Hier in Groningen, bijna tegen de Dollard aan regende het bijna dagelijks. Koolzaad stond in mei vorig jaar heel mooi in bloei, maar door de vele regen kreeg het gewas geen mooie vruchtzetting en dan blijven de korrels en houwen te klein en dan krijg je geen goede opbrengst.”
Ook had de akkerbouwer vorig jaar door het natte weer veel last van onder meer Septoria in de granen. Dit jaar is het weer bijna té droog geweest, aldus Waalkens. “Maar toch, voor koolzaad en granen was het goed weer. En, een groot voordeel, weinig ziektes in de granen. Dus niet extra hoeven bespuiten, alleen T1 en T2.” Terwijl wij aan het praten zijn in de cabine komt een John Deere 6910, met een kieper van AJK (veertien tons) met nichtje Geerdine er in, het graan uit de bunker van de Claas Lexion 660 opvangen. De andere combinatie met een Case International 1455 met eveneens een 14000 BC kieper (vijftien tons) van Joskin erachter met de zoon van Hein, Albert, doet hetzelfde. Het graan wordt vanuit de 12.500 liter grote bunker van de Claas Lexion via een lospijp in de kiepers gelost.
Drogen niet nodig
Terwijl het rtk-gps systeem het tractorstuur perfect op lijn houdt met de te oogsten strook, vertelt de Groningse akkerbouwer verder. Alleen op de kopakkers heeft Waalkens het even druk om de grote combine weer op het juiste pad te krijgen. Als we weer in de juiste oogststrook zijn, wijst hij mij op een beeldscherm. “Zie je hier 14,6 procent staan? Zo droog is de wintertarwe nu. En daar ben ik ook blij mee, want dan hoef ik het niet te drogen met onze Crocus droger. Dat is én efficiënt én duurzaam. Nu kan het zo de tarwesilo in.” In totaal heeft de Groningse akkerbouwer voor tweeduizend ton aan opslag voor zijn gewassen op de thuislocatie in Nieuwolda. Met de wintertarwe schat Waalkens, vergelijkbaar als de wintergerst, uit te komen op gemiddeld eveneens zo’n elf ton per hectare.
Het is vandaag 25 juli en Waalkens schat in dat hij nog een week moet oogsten om alle tarwe onder dak te hebben. “Maar dan moet het weer wel meezitten. Morgen voorspellen ze enige regen. Hopelijk is het daarna weer een paar dagen droog weer. Afgelopen vrijdag viel hier tijdens een hoosbui tijdens een onweersbui in korte tijd maar liefst 75 millimeter regen.”
Sleepslangbemesting
Eveneens onder voorbehoud van aardig droog weer gaat de dag na deze oogstdag de loonwerker alvast sleepslangbemesten op het perceel waar volgend seizoen koolzaad staat. De keuze voor deze manier van bemesten is ook weer een bewuste om de bodemstructuur te sparen. Dat is ook de reden dat de Claas Lexion 660 van de familie Waalkens vooraan rupsen heeft en geen wielen. “Op zich zouden in deze omstandigheden wielen nog wel kunnen, de grond is droog genoeg nu, maar als het ook maar iets vochtig is, dan is rupsen veel beter. Geen insporing namelijk.”
De gebroeders Waalkens kiezen, zoals sommige akkerbouwers wel doen, niet voor het hakselen van het stro op het land zelf, maar voor het persen van het stro. Het persen van het stro doen ze zelf met een Krone BigPack 1290. Meestal neemt Lenus, de broer van Hein, deze taak op zich. Het stro wordt via een strohandelaar verkocht aan paardenmanages en hakselbedrijven in de regio. Het overgrote deel van het stro moet nog onder dak, zo’n 175 hectare.
“Hightech technieken helpen”
Al maakt de Groningse akkerbouwer Hein Waalkens gebruik van de nieuwste technieken om een goede oogst te realiseren, het weer blijft volgens hem de allergrootste factor. “Wij proberen natuurlijk wel zo goed mogelijk te sturen en de basis voor een goede oogst in ieder geval te creëren.” Zo wordt er plaatsspecifiek bemest door middel van taakkaarten die gemaakt zijn op basis van onder meer satellietbeelden, NIR-sensor metingen en Claas opbrengstmetingen. Wat Waalkens enigszins irritant vindt is dat de NIR-technieken nog niet perfect werken. “Ze updaten die software van die apparatuur ook iedere keer en dat is ook niets volgens mij. In 2019 hebben de metingen van de sensoren mij namelijk goed geholpen met het bemesten, maar daarna updaten ze weer en dan klopt het gewoon niet meer.”
Wat dat betreft heeft Waalkens meer vertrouwen in de satellietbeelden van het gewas. Die geven volgens hem een beter beeld van de realiteit en wat je moet doen om een goed gewas te krijgen. Waalkens: “Ik ben heel realistisch wat al die nieuwe technieken betreft. Ze dragen zeker bij aan een goede oogst, maar het weer blijft dé bepalende factor wat je oogst betreft. Dat was vroeger al zo en dat zal altijd zo blijven. Je kunt geen boer zijn achter de computer.”
Grondmonsters
Ook grondmonsters dragen volgens Waalkens bij aan een goede oogst. Die worden bij hem genomen door Eurofins. In januari prikt een medewerker van Eurofins op alle percelen van de familie grond N-monsters. Vervolgens wordt op basis van deze gegevens de juiste hoeveelheid NTS (vloeibare stikstof/kunstmest) gegeven. Naast NTS gebruikt de Groningse akkerbouwer bij voorkeur drijfmest omdat er dan ook andere mineralen aangevoerd worden zoals P en K. “Vorig jaar moesten wij iets bijbetalen per kuub mest, dit jaar loopt het tegen elkaar weg, dus spelen we quitte.”
Ook ‘het bolletje van Claas’ op het dak van de Lexion draagt bij aan een betere oogst volgens Waalkens. “Daar zit meetapparatuur in die de opbrengstkartering meet. Dus thuis kan ik straks precies zien hoeveel iedere hectare afzonderlijk opgebracht heeft.” Deze gegevens worden ook weer verwerkt in de taakkaarten voor de bemesting en eventueel zaaizaadhoeveelheid bij het zaaien. “Zo proberen wij, ondanks betere of mindere weersomstandigheden, toch een goede oogst te krijgen en een zo hoog mogelijk opbrengst per hectare.”
Onzekerheid door nieuwe GLB
De dag na deze oogstdag wordt het land geploegd met een John Deere 8295 RT met driehonderd pk op rupsen. Daarachter hangt een Kverneland zevenschaar ploeg. Het ploegen doet familie Waalkens zelf. “Dat we dit met een tractor op rupsen doen, is vooral vanwege de veel betere trekkracht en zodoende minder slippen. Het is natuurlijk wel zware zeeklei hier.” Op dit moment is familie Waalkens natuurlijk al volop bezig met het plannen van het bouwplan voor volgend jaar. Maar dit jaar is dat erg lastig volgens Waalkens. “Wij gaan 20 augustus al koolzaad inzaaien, maar wat de regels van het nieuwe glb inhouden weten we nog niet. Dat betekent ook dat wij daar niet op in kunnen spelen. Wat mogen we wel en wat niet? En hoeveel van de braak/eco-regeling mogen wij per gewas inzaaien?” Het brons-, zilver- of goudniveau binnen de eco-regelingen zijn voor de akkerbouwer ook nog abracadabra. Familie Waalkens teelt al jaren dezelfde gewassen.
Er zijn echter collega-akkerbouwers die vanwege bezetting van duist (Alopecurus myosuroides) op sommige percelen, bijvoorbeeld erwten gaan telen (erwten zaai je in mei waardoor je in het voorjaar een deel van je duist kunt opruimen, red.). Waalkens: “Wij denken hier wel over na, je hebt dan minder last van duist. Echter, erwtenteelt is een contractmarkt en geen vrije markt en wij geven toch de voorkeur aan producten die wij kunnen leveren op de vrije markt.”
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Dick van Doorn