Een groep akkerbouwers bezocht eind april samen met Kamphorst Agrofonds Coöperatief U.A. Roemenië om op verschillende locaties akkerbouw- gronden te bezichtigen. Het Oost-Europese land biedt mogelijkheden om te participeren in projecten op de vruchtbare landbouwgrond.
Onderweg naar de hoofdstad Boekarest krijg je vanuit het vliegtuig al een eerste indruk. Na de sneeuwtoppen van de Karpaten komen de grote blokken grond al in beeld, waarop het geel bloeiende koolzaad een duidelijk contrast is ten opzichte van de overige percelen. Roemenië is van oudsher een landbouwland, met overwegend vruchtbare grond waarop kleinschalige akkerbouw is bedreven. De veehouderij is er in de minderheid. In totaal telt het land ongeveer dertien miljoen hectare landbouwgrond. Dat is beheerd door ongeveer 3,54 miljoen ondernemers, waarvan ruim 90 procent minder dan vijf hectare heeft, maar dat inmiddels wel grootschalig is bewerkt.
Ongeveer 0,4 procent van de Roemeense bedrijven heeft meer dan honderd hectare en 68 procent van de boeren is ouder dan 55 jaar. Na de val van het communisme in 1989 is Roemenië als het laatste land met behulp van Europese Unie weer op gang geholpen, met veertig procent steun van de EU en zestig procent eigen kapitaal. Met name is ook de Nederlandse hulp genoemd met kennis, technologie en adviezen.
Vijftig procent in handen van buitenlandse investeerders
Naar een grove inschatting van Sebastian Kamphorst is momenteel vijftig procent van de landbouwgrond in Roemenië in handen van buitenlandse investeerders en bedrijven, maar van bepaalde regio’s zijn geen goede cijfers bekend. Dit investeren kwam op gang met de Italianen, mede omdat deze min of meer als buurland fungeren, maar ook omdat de taal enigszins verwant is, waarna al snel ook andere landen volgden. Zo hebben aan de oostkant van het land veel Arabieren landerijen aangekocht om schapen te houden. Arabieren eten veel schapenvlees, maar kunnen in hun eigen landen niet voldoende voer oogsten. Nu houden ze de schapen in Roemenië en als ze op gewicht zijn, dan zijn ze naar de Arabische landen verscheept om ze te slachten.
Met name het zuiden en westen van Roemenië staan bekend om hun vruchtbare landbouwgronden. Dit is ook de hoek waar het Kamphorst Agrofonds actief is. We keken in de omgeving van de stad Timisoara. Waarom relatief veel land naar buitenlandse investeerders gaat heeft mede te maken met dat er voor Roemeense boeren weinig aantrekkelijke mogelijkheden waren om geld te lenen. Maar dat is inmiddels wel verbeterd, hoewel een korte looptijd en een hoge rente maken het nog steeds lastig.
Kamphorst Agrofonds
Als zoon van een emigratiebegeleider heeft oprichter Sebastian Kamphorst dit werk dus bijna letterlijk met de paplepel ingegeven gekregen en is hier van huis uit ingegroeid. Al op zijn dertiende zat hij bedrijfsplannen te tikken op de computer. Hierop aansluitend heeft hij bedrijfskunde en belasting gestudeerd. Met deze achtergrond is hij in de landbouw terecht gekomen. “In Nederland heb je voldoende kennis, maar te weinig landbouwgrond”, zegt hij. “Daarom heb ik in het buitenland gekeken en ben ik in Roemenië terecht gekomen, daar konden we landbouwgrond verwerven en daar was de grond het goedkoopst.”
Zijn Agrofonds heeft hij ondergebracht in een coöperatie met daaronder vijf bv’s. Dit omdat dat fiscaal de meest ideale rechtsvorm is. Voor de onderliggende bv’s is gekozen omdat het van daaruit handiger is als ze wat willen/moeten verkopen, hoewel daar geen plannen voor zijn, ze zijn er vooral op gericht om aan te kopen. Sebastian Kamphorst houdt zich in Roemenië bezig met de verwerving van geschikte landbouwgrond. Voor het werven van certificaat- of participatiehouders is Eldert van der Spek van Kamphorst Agrofondsen Coöperatief U.A. in Wageningen het aanspreekpunt. Hij is daarin bijgestaan door Jan Ovinge in Lelystad.
Akkerbouwgrond in West-Roemenië
Op dit moment telt de coöperatie 130 deelnemers/certificaathouders. In januari dit jaar is de uitgifte van ruim 3.000 participaties gestart, het geld is geïnvesteerd in akkerbouwgrond in West-Roemenië. In het eerste kwartaal hoopt men door te groeien van ongeveer 2.500 naar 3.200 hectare. hectare. Vanaf dit jaar is ook een dividenduitkering gepland. De waarde van een participatie bedraagt 1.069 euro (vanaf tweede kwartaal 1.111 euro) bij een minimale afname van 25 participaties. Dat is dus een investering van 26.725 euro, daar komen de emissiekosten van drie (vanaf 100 participaties) of vier (tot honderd) procent overheen. De deelnemers zijn bij alle belangrijke beslissingen betrokken en er is jaarlijks een informatiereis naar Roemenië georganiseerd om de gronden te bekijken.
Eénmaal per jaar, in de maand januari, bestaat de mogelijkheid voor de participatiehouders om uit te stappen. En de coöperatie is dan verplicht om de betrokken participaties uit te kopen. Voor uitgebreide informatie heeft de coöperatie een ruim honderd pagina’s tellende folder beschikbaar waar alles in detail is omschreven.
Het boeren
Het land wordt niet door het Agrofonds zelf beheerd, maar verhuurd aan boeren. Zo werd tijdens de reis van eind april één van de verhuurde bedrijven met een oppervlakte van circa drieduizend hectare bezocht. Op zeshonderd hectare van het areaal zijn hazelnootbomen aangeplant, degelijk omheind om wildschade aan de bomen te voorkomen. Als deze hazelnoten van de boom zijn gevallen worden ze opgezogen en verkocht aan bedrijven als bijvoorbeeld Ferrero Rocher, die de noten verwerken in de bekende chocolaatjes.
Bij het Roemeense bedrijf had men een stal met twaalfhonderd limousin- vleeskoeien. Behalve voor de slacht houdt men deze dieren ook voor de mest, want dat is iets waar ze in Roemenië een groot tekort aan hebben. Dit brengt leven in de grond. Verder is er tarwe, maïs, sorghum en luzerne verbouwd, hiervoor heeft men een opslagcapaciteit van twaalfduizend ton. Met deze trip zijn verschillende percelen bekeken, gewapend met schep en grondboor. Op de percelen stond steeds een prima gewas dat alles in zich had voor een goede opbrengst. De zwarte grond was goed vochthoudend, hoewel we na een regenperiode kwamen.
Onderling werden schattingen gemaakt van de te verwachten opbrengst, maar die bleken aan de hoge kant. De werkelijke opbrengsten liggen er bij tarwe tussen de vier en zeven ton per hectare. En het kritische moment komt in juli, dan kan de temperatuur tot grote hoogte oplopen en voor die tijd moet je zorgen dat je de oogst van het land hebt. Door de droogte trekt de plant de korrel leeg om te overleven, maar in het westen speelt dat minder dan in het oosten van Roemenië.
Wat zijn de mogelijkheden?
De meegereisde telers hebben een idee wat de mogelijkheden zijn in het Oost-Europese land. Bauke Sijtsma is akkerbouwer in Franeker en heeft daarnaast een machinehandel. “Ik ga hier kijken om mijn kennis te vergroten en om te zien hoe het reilt en zeilt in Roemenië. Ik heb al eens gekeken in Oekraïne, Polen en meer landen. Hier heb ik wel machines naar toe geëxporteerd maar ben er zelf nooit geweest. Zodoende leek het me zeer interessant hoe de landbouw het hier doet en hoe de toekomst er uit ziet.”
“Misschien is Roemenië in de toekomst wel een concurrent van Nederland. Ik ervaar dit niet als negatief. Voor jonge ondernemers kan hier misschien wel een goede toekomst liggen. . Vooral de ruimte en om de wet- en regelgeving in Nederland te ontlopen, heb je hier de mogelijkheden om iets groots op te zetten en een droom waar te maken. Wat aanspreekt zijn de grootte van de percelen en de kwaliteit van de grond. Dat geldt zowel voor de akkerbouw als voor de veeteelt. Al zeg ik wel eerlijk dat ik de grond in Oekraïne mooier vindt. Bovendien zie je dat hier een tekort is aan water en mest. De afzet is daarentegen geen probleem, je kunt hier zo aan de bak en dat is in Roemenië beter dan in Oekraïne.”
Andere deelnemers ontmoeten
Marinus van ‘t Westeinde heeft zijn bakens al eens verzet en heeft het Oldambt verruild voor een groot gemengd bedrijf in Lebusa, ten zuiden van Berlijn. “De reden waarom ik mee ga is dat ik Sebastian Kamphorst al langer ken want ik ben al vanaf de oprichting in 2010 lid van het fonds. En natuurlijk omdat ik ook geïnteresseerd ben in de landbouw in Roemenië, een bijkomstige reden is dat je nu in de gelegenheid bent om andere deelnemers te ontmoeten en een visie te krijgen op het perspectief, dit gebied is ook nieuw voor mij.”
“Er wordt geïnvesteerd in goede grond die tot grote percelen samen gevoegd wordt. Het rendement komt uit waardestijging en pacht. Door aanwezigheid van deskundige medewerkers in Roemenië is er goed zicht op het verwerven en verpachten van de aangekochte gronden. Wat ik zie is goede akkerbouwgrond, het is vrij zware grond en geschikt voor granen en koolzaad. Het doet mij denken aan een oud gezegde uit het Oldambt: ‘Als je niet vergeet te zaaien kun je hier altijd oogsten’.”
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Hendrik Begeman