Sinds de stopzetting van de zaadbehandeling met neonicotinoïden staat de Europese suikerbietensector voor grote uitdagingen. Door bladluizen overgebrachte vergelingsvirussen zijn een grote bedreiging geworden, die opbrengstverliezen tot vijftig procent veroorzaken en de economische levensvatbaarheid van de suikerbietenteelt in gevaar brengen.
Aangezien er geen natuurlijk voorkomende resistentiekenmerken zijn, blijft een efficiënte bestrijding van deze virussen een dringende zorg.
Veelbelovende doorbraak
Een veelbelovende doorbraak is bereikt door een samenwerking tussen het IfZ (Instituut voor Onderzoek van Suikerbieten, Duitsland) en SESVanderHave. Baanbrekend onderzoek heeft aangetoond dat gevoeligheidsfactoren voor vergelingsvirussen in suikerbieten effectief kunnen zijn uitgeschakeld om virusresistentie te genereren. Het werk vormt de basis voor het specifiek identificeren van natuurlijke variatie in de genenpool van suikerbieten en het tijdig bruikbaar maken voor de teelt.
Zowel SESVanderHave als IfZ hebben geen patent op het geïdentificeerde gen en willen hun bevindingen delen met de hele veredelings- en wetenschappelijke gemeenschap. Het werk is gefinancierd door het Duitse ministerie van Landbouw (BMEL).
Potentieel voor suikerbietenveredeling
“Deze ontdekking biedt een groot potentieel voor suikerbietenveredelingsprogramma’s over de hele wereld”, zegt Hendrik Tschoep, Directeur Veredeling bij SESVanderHave. Als innovatieve suikerbietenveredelaar heeft SESVanderHave aanzienlijk geïnvesteerd in het onderzoek naar dit belangrijke onderwerp en blijft het zich inzetten voor verdere ontwikkelingen door te blijven investeren.
Wat is het vergelingsvirus?
Het vergelingsvirus is een complex van drie virussen: Beet Mild Yellowing Virus (BMYV), Beet Chlorosis Virus (BChV) en Beet Yellows Virus (BYV). Deze virussen zijn overgedragen wanneer bladluizen die de virussen bij zich dragen zich voeden met suikerbieten. De groene perzikluis, Myzus Persicae, is de belangrijkste vector. Besmetting van suikerbietenplanten met de vergelingsvirussen veroorzaakt chlorose van de bladeren, een aandoening waarbij de bladeren geel worden door verstoring van essentiële stofwisselingsprocessen en het transport van assimilaten.
De aanwezigheid van het vergelingsvirus verandert de metabolische activiteiten binnen de planten, wat leidt tot verhoogde niveaus van aminozuren, stikstof, natrium en kalium in de wortels. Dit heeft op zijn beurt een negatieve invloed op de winbaarheid van suiker tijdens de verwerking in de fabriek. Bovendien zijn de vergeelde bladeren kwetsbaarder voor secundaire schimmelaanvallen, die de bladeren verder kunnen beschadigen en het opbrengstverlies verergeren.
Wanneer een suikerbietgewas besmet is met het vergelingsvirus, kan de teler te maken krijgen me
aanzienlijke opbrengstverliezen. tot wel vijftig procent, of zelfs meer wanneer het gewas ook is aangetast
door andere ziekten zoals cercospora bladvlekkenziekte.
Bron en afbeeldingen: SESVanderHave