De laatste moederuien komen de band af rollen in Swifterbant. Deze sortering heeft nog een lange weg te gaan. Na een uitdagend groeiseizoen in Nederland mogen deze uien in andere Europese landen nieuw zaad gaan vormen. Hiermee wordt een link gelegd tussen het oude en nieuwe teeltseizoen. “Vandaag gesorteerd, binnenkort in de grond en in de zomer nieuw zaad.”
“Eind januari zijn we begonnen met het sorteren van moederuien”, vertelt Tom Smit van V.O.F. Smit Swifterbant. “De laatste lading verwerken we half maart. Het einde van het sorteerseizoen komt dus in zicht.” Zowel in het voorjaar als in het najaar sorteert Smit gedurende vier tot zes weken moederuien, en dat al ruim 25 jaar. Dit is ontstaan vanuit het sjalotten sorteerbedrijf, dat de familie tot 2017 had. In de eerste instantie sorteerde Smit zijn eigen moederuien, maar al snel kwamen hier de uien van verschillende telers uit Flevoland bij. Dit voorjaar is zeshonderd ton moederuien over de band gerold. Afgelopen najaar lag deze waarde op achthonderd ton.
Ouderlijnen op transport
“Qua teelt gaat het bij ouderlijnen bijna hetzelfde eraan toe als in de teelt van ‘normale’ uien”, legt John Brunen uit, productspecialist bij uienzaadveredelingsbedrijf De Groot en Slot. “We streven wel naar een fijnere maat, en uiteraard wordt er geen anti-spruit behandeling toegepast. Deze uien worden na sortering op transport gezet naar Frankrijk en Duitsland, waar het klimaat optimaal is voor een goed bloeiseizoen.
De vader- en moederlijnen worden op één perceel geplant. Vervolgens zijn bijen verantwoordelijk voor de bestuiving. Stuifmeel van de vaderplanten wordt zo overgebracht naar de moederplanten, waardoor een hybride ras ontstaat. De uien die vandaag worden gesorteerd zullen deze zomer zaad geven, dat normaliter vanaf teeltseizoen 2026 wordt verkocht.”
Het uitdagende groeiseizoen is ook terug te zien aan de sorteerband. Er zaten namelijk meer bouten tussen dan andere jaren. “Voor zaadvermeerdering is dit uiterlijk gebrek minder hinderlijk dan voor consumptie-uien”, aldus Brunen. “Wellicht veroorzaakt het wat meer uitval, maar uiteindelijk is de bloeiperiode in Frankrijk en Duitsland bepalend. Nu hopen dat het weer daar goed is, zodat ze vlot de grond in kunnen. Dat is uiteindelijk het beste.”
Teelt in stekjes
Zelf teelt Smit verschillende biologische gewassen op circa negentig hectare. Net als vorig jaar zal vier hectare hiervan bestaan uit de teelt van twee uien ouderlijnen. Om de teelt te optimaliseren zal Smit dit jaar een gedeelte van hun uien planten in stekjes. De akkerbouwer vertelt hierover: “Dit idee is ontstaan vanuit de teelt van knolselderij, waarbij je sowieso stekjes gebruikt. We hopen dat de uien op deze manier sterker de grond in gaan, zodat de opbrengst toeneemt. In de eerste instantie zal driekwart hectare op deze manier worden geplant om te kijken of het aanslaat. Wellicht breiden we het later uit.”
Ook teelt Smit al jarenlang uien op ruggen, omdat dit gunstigere omstandigheden in de bodem geeft. Dit jaar gaat de akkerbouwer proberen de ruggen te vormen met een schoffelbalk in plaats van met een ruggenfrees. “Het voordeel hiervan is, dat je geen plaat in de bodem freest. Maar de vraag is, of je met een schoffelbalk net zulke mooie ruggen krijgt. Toch gaan we het proberen. Uiteindelijk wil je optimale teeltomstandigheden creëren en dit soort proeven dragen daaraan bij. Als je het niet probeert, zul je ook nooit weten of het werkt.”
Tekst en beeld: Kim Sjoers