Thomas Truyen uit Oudenaarde kan omschreven worden als de pionier wat betreft de teelt van kikkererwten in Vlaanderen. In 2020 startte hij hiermee en bedroeg zijn opbrengst drie ton per hectare. De verwachtingen voor 2021 waren dan ook hoog maar de weersomstandigheden beslisten er anders over. “In kilo’s was mijn opbrengst nul maar in teelt- en oogsttechniek heb ik heel wat kennis opgedaan.”
Thomas Truyen is marketing-en communicatiemanager bij Limagrain. Heel veel van zijn vrije tijd spendeert hij in het veld. “We hebben thuis een akkerbouwbedrijf waarop we zo’n 25 hectare bewerken. Vooral korrelmais, suikerbieten en wintertarwe maar ook een halve tot één hectare kikkererwten. Dat laatste zie ik als een uit de hand gelopen hobby.”
Pionier in Vlaanderen
Truyen was in 2020 de eerste in Vlaanderen om te starten met de teelt. “Ik speelde al een aantal jaren met het idee. De teelt schuift in Frankrijk steeds meer op naar het noorden. Is het mogelijk in België? Ik ben veel bezig met de opwarming van de aarde en hoe we ons daaraan aan kunnen passen. Daarbij hoort ook de problematiek rond peulvruchten en plantaardig eiwit. Ik zocht een product dat met heel weinig water kan groeien, dat warmte goed kan benutten en dat plantaardig eiwit voor humane voeding levert. Bovendien zijn kikkererwten al erg ingeburgerd in onze eetgewoontes. Nog een voordeel van zo’n product is dat je na de oogst onmiddellijk een vermarktbaar product hebt.
Als je bijvoorbeeld soja teelt, moet er eerst nog olie uitgehaald worden, kikkererwten kan je direct zelf verkopen. Je hebt je afzet in eigen handen. Ik heb vooraf mijn afnemers goed geïnformeerd over de risico’s. En wilde ook geen vaste contracten aangaan met afnemers waar je ook aan vast zit bij een slechte oogst. Ik wil het op een eerlijke manier voor de landbouwer doen. Je neemt al het risico op het veld, je wil dan niet nog eens moeten betalen als je niet kan voldoen aan je contract.”
Oogst overal mislukt
Truyen trok naar onderzoeksinstituten ILVO en Inagro met de vraag of zij interesse hadden in de teelt. Een klein project in 2020 werd een groter project in 2021 waaraan zo’n vijftien landbouwers deelnamen. Helaas mislukte de teelt bij iedereen. Koud en nat weer op de verkeerde momenten verstoorde de vruchtzetting en afrijping. Vandaar ook dat ILVO recent aankondigde te starten met een veredelingsprogramma met het oog op onder andere een betere opbrengst. Truyen: “Nog belangrijker is volgens mij om te komen tot een stabiele teelt. Het verschil tussen drie ton per hectare en niets is te groot. Vier ton in een goed jaar en één ton in een slecht jaar zou al veel stabieler zijn.
Gedorst zonder opbrengst
Hoewel hij in 2021 geen opbrengst had, heeft Truyen toch gedorst. “Hier en daar zat er toch iets in. Ik lever bijvoorbeeld aan restaurants en krijg dan een mooie prijs. De kikkererwten zijn dus een kostbaar goed voor mij want zelfs bij een kleine opbrengst is het al snel de moeite. Toch bleek tijdens het dorsen dat de zaadjes te klein waren en dat we ze verloren tijdens het dorsproces. Een tweede reden waarom ik wilde dorsen, was dat ik de techniek van het zwadmaaien wilde uitproberen. Kikkererwten zijn een mediterraan gewas. Ze hebben veel warmte nodig om af te rijpen. 2020 was een jaar met heel veel zonneschijn en hoge temperaturen. Ik kon de erwten daardoor op 27 augustus zonder problemen op stam dorsen. Ze waren perfect rijp.
In 2021 waren de temperaturen veel lager. Half september waren de erwten nog niet klaar maar als het zou beginnen regenen was de oogst zeker verloren. Toen hebben we dus besloten om op dezelfde manier te dorsen als men doet bij graszaad. Eerst wordt er op zwad gemaaid en dan moet alles nog een kleine week nadrogen bij goed weer. Op die manier gaat de afrijping nog een week door. Het is een techniek die men bijvoorbeeld in Canada ook toepast bij de oogst van koolzaad of tarwe als men weet dat het weer gaat omslaan. Nog een reden waarom er op zwad gedorst werd, is dat kikkererwten de neiging hebben terug te beginnen groeien bij regenweer. Dat was in 2020 het geval en dat bemoeilijkte het dorsen aanzienlijk.”
Loonwerker denkt mee
Het dorsen gebeurde door loonwerker Agri Van Damme. “Het is heel fijn voor mij als kleine teler om te kunnen samenwerken met een innovatieve loonwerker die meedenkt. Hij overlegt met mij hoe we het zaaien en oogsten zo optimaal mogelijk kunnen doen. Zwadmaaien gebeurt in de kuststreek eigenlijk met een graszaadcoupe. Van Damme heeft dat niet maar is wel mijn vaste loonwerker. We wilden dus te weten komen of we ook met zijn machine konden oogsten. En dat is wel bevestigd. Naar de toekomst blijft het afhankelijk van de weersomstandigheden welke techniek we gaan toepassen. Maar oogsten op stam heeft het voordeel dat je een werkgang uitspaart.”
Onkruidbestrijding is grootste uitdaging
De teelt begint met het zaaien eind maart of begin april. “Op het bedrijf zijn bieten het eerste dat we zaaien en onmiddellijk daarna probeer ik mijn kikkererwten te zaaien. De grootste uitdaging bij de teelt is de onkruidbestrijding. Er zijn geen erkende middelen want in de officiële aangiftes zoals de verzamelaanvraag bestaat de teelt niet, een probleem bij de meeste kleine teelten in België. Maar zelfs met producten is het moeilijk en ik loop dus vele uren door de erwten om met de hand onkruid te verwijderen. Ik denk er wel over na om mechanische onkruidbestrijding te gaan doen, want ook daar is Van Damme mee bezig.”
In 2021 was de teelt een grote verliespost maar gelukkig is het voor Truyen een hobby. “Bovendien krijg ik veel media-aandacht, tot in Duitsland toe. Vaak wordt ook mijn werkgever vernoemd en ik bouw mijn netwerk uit. Maar voor een landbouwer die ervan moet leven is dat anders natuurlijk.”
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Seppe Deckx