Het uitstel van de invoering van het nieuwe GLB heeft een impact op de agromilieumaatregelen die landbouwers kunnen afsluiten. Zo kunnen er geen nieuwe overeenkomsten worden opgemaakt voor onder meer de teelt van vlinderbloemigen of voor mechanische onkruidbestrijding. Klaarstaande verlengingen van aflopende en verlengingen van lopende verbintenissen kunnen wel nog tot 30 november worden ingediend.
Agromilieumaatregelen en mechanische onkruidbestrijding
Het beheer van de agromilieu- en klimaatmaatregelen gebeurt zowel door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) als het Departement Landbouw en Visserij (LV). Zij vormen een belangrijk onderdeel van het huidige plattelandsontwikkelingsprogramma (PDPO) en hebben als doel de landbouwproductie te verzoenen met bepaalde natuur- en milieudoelen. Omdat het huidig Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) eind 2020 afloopt en een nieuw GLB nog op zich laat wachten, zijn een aantal overgangsmaatregelen uitgewerkt.
Bij de verbintenissen die landbouwers kunnen afsluiten bij het Departement Landbouw en Visserij gaat het om agromilieumaatregelen voor de teelt van vlinderbloemigen (premie van 450 of 600 euro per hectare, afhankelijk van de teelt), voor mechanische onkruidbestrijding (260 euro per hectare), voor de verwarringstechniek in de fruitteelt (210 euro per hectare), de teelt van vezelvlas met verminderde bemesting (240 euro per hectare) en voor het behoud van lokale veerassen (25 euro per schaap en 150 of 175 euro per rund).
2021 als overgangsjaar
Het Departement laat weten dat er voor deze agromilieumaatregelen in geen geval nieuwe vijfjarige verbintenissen kunnen zijn afgesloten en dat hernieuwingen ervan niet meer mogelijk zijn. Wat wel nog kan, zijn verbintenissen die in 2020 aflopen, met één jaar verlengen. Het moet dan wel gaan om dezelfde oppervlakte of hetzelfde aantal dieren als in de eerste verbintenis. Voor lopende verbintenissen die hun tweede of derde jaar moeten ingaan, is er wel een mogelijkheid om de oppervlakte of het aantal te verhogen. Maar die verhoging mag maximaal 20 procent zijn en de duur van de verbintenissen is niet verlengd.
De termijn waarbinnen landbouwers hun aflopende verbintenis van dit jaar kunnen verlengen, is zeer kort. Via het e-loket moeten zij tussen 13 en 30 november aangeven dat zij een 1-jarige verlenging willen. “De aanvragen zullen beoordeeld worden op basis van het budget dat beschikbaar is voor de maatregel. Uiterlijk 31 december zullen landbouwers op de hoogte gesteld worden van de goedkeuring of weigering van hun aanvraag”, aldus het Departement Landbouw en Visserij.
Agromilieumaatregelen positief geëvalueerd
Twee jaar geleden ondervroeg de overheid de 5.350 landbouwers die in 2017 een lopende verbintenis voor agromilieumaatregelen hadden lopen. Daaruit bleek dat meer dan de helft onder hen die verbintenissen afsloot. Dit omdat ze ervan overtuigd zijn dat ze een positief effect hebben op natuur, milieu en landschap. De vergoeding die de landbouwer krijgt, was de tweede belangrijkste reden om een agromilieu-of klimaatmaatregel uit te voeren. Bijna zeven op tien zei toen ook milieu- en natuurmaatregelen uit te voeren waarvoor ze niet financieel aangemoedigd zijn.
De teelt van vlinderbloemigen zoals grasklaver leverde in 2018 voor 77 procent van de respondenten met een verbintenis een milieuvoordeel op, zij gebruiken zo minder stikstofkunstmest. Van de landbouwers die verwarringstechniek in de fruitteelt toepassen, zet 85 procent minder gewasbeschermingsmiddelen in.
De respondenten die een agromilieu- of klimaatmaatregel uitvoeren, hebben vaker een diploma hoger onderwijs, zijn vaker landbouwer in hoofdberoep en hebben vaker een bedrijf met een hogere standaardopbrengst dan hun collega’s zonder een verbintenis.
Bron: VILT